Ik hou heel erg van Hollywoodfilms met ontploffingen, dus voor een theatervoorstelling met ontploffingen ben ik ook wel te porren, en deze is nog wel van Gerardjan Rijnders ook. Toch werd ik niet helemaal bevredigd. Het is een één-situatie-spel en daardoor voelt de voorstelling een beetje leeg. Na afloop verwacht je eerder dat dit het eerste deel was en dat er nu een grote, verlichte opblaasbaby uit de nok moet komen. Toch wel veel lof, speciaal voor de technici, die vaak fascinerender waren dan de tekst, en de vormgevers, vooral het feit dat de protagonisten allemaal toneelpersonages waren (Ubu, Kniertje) vond ik leuk.
Gelukkig zijn er begeleidende teksten. Zodoende zijn we op de hoogte: wij (“het koor”) zijn de passieve ongeïnteresseerden in een nooddruftige wereld (de “protagonisten”). En dat is heel betreurenswaardig.
Maar je kunt je bij de voorstelling als zelfstandig kunstwerk afvragen: wat valt er te genieten en geeft het wat te denken? En dan moet ik toegeven dat de genade van genot en inzicht mij klaarblijkelijk in de steek laatt. Ik kom niet veel verder dan leedvermaak over de onvrijwillige douche van de toeschouwers op de eerste rij. En de diepzinnigheid reikt, wat mij betreft, niet veel verder dan gedachten aan een keizerlijke garderobe.
Nee, explosief is deze tragedie zeker, raadselachtig ook - dat krijg met zoveel fragmenten en montage - maar noch over toneel, noch over de wereld ben ik veel wijzer geworden.
Gister hier al mijn enthousiaste recensie over geschreven; nu kleine aanvulling: het koor (volwassen mannen en vrouwen) allemaal gekleed in kinderkleren! Met kinderspeelgoed.
Ik ga hier niet zitten verklaren wat Rijnders daarmee bedoelt, maar ik heb er wel mijn ideeën over.
En merken hoe mensen kunnen liggen te kermen in doodsnood, maar mijn aandacht gaat naar een opstijgende rozerode ballon of een groeiend beeldhouwwerk van zeepschuim.
En ook: aan het eind van het stuk zeggen de lijdende, in de steek gelaten slachtoffers precies dezelfde nietszeggendheden als het koor eerder deed.
Superinteressante spiegel voor mij, dit stuk! En ook, hoe gek ook, troostgevend.
Ik vond deze voorstelling briljant.
Dit is wat ik zag: een weergave van onze tijd, in een super-originele setting. Theater van NU (met als onderwerp NU) in een klassieke vorm, maar dan een beetje anders.
Ik weet niet voldoende van Griekse tragedies, ik heb er maar een paar gelezen in mijn leven.
Volgens mij is de rol van het koor in de klassieke Griekse tragedie commentaar leveren, waarschuwen, lamenteren ed. Ze zien alles, ze kunnen niets doen.
Het koor in deze tragedie doet het niet meer, ze kunnen er niet meer tegen. Alle ellende.
Ik, Maud, herken het er niet meer tegen kunnen. Irak, Afghanistan, Darfur, tsunami, kindersoldaten, hongersnood en tegelijkertijd idiote miljonairs die voor 25 miljoen euro gaan vakantievieren bij de NASA.Om nog maar te zwijgen van de islam. Ik vind deze vormgeving (de tekst, het koor, het water, de rotzooi, de techniek, het acteren) zo ongelooflijk briljant, geweldig, totaal passend in het theater, zo’n slim antwoord op de vraag: wat doet het theater in deze tijd? Hoe geeft het commentaar op wat er allemaal gebeurt aan erge dingen.
En geweldig om deze goeie, bekende acteurs zich ondergeschikt te zien maken aan het ensemble.
Het is geestig, het is schokkend, triest, totaal herkenbaar en zo’n ongelooflijk slimme insteek.
Ik kan er niet over uit. Ik vind het een meesterwerk.
En die geweldige eindzin: ‘was het leven maar een toneelstuk en was ik maar die hond’ (die wegloopt als het te erg wordt, als er te hard wordt geschreeuwd).
Ik wou dat ik beter onderlegd was, zodat ik dit beter kon duiden, maar volgens mij, als dit een Amerikaans stuk was, dan was het meteen een wereldhit.
Ok, genoeg. Ik ga misschien een beetje te ver. Maar ik had er zoveel ellende over gelezen en ik was nieuwsgierig en bereid een rotavond te hebben en dan dit. Zo te gek.
Op papier is het een fantastisch idee. Het koor van een tragedie weigert nog langer commentaar te leveren en keert zich af van de protagonisten. In handen van Rijnders met bovendien een scala aan goede TGA acteurs en een bijzondere vormgeving zou dit best wel eens een mooie voorstelling op kunnen leveren.
Zou.
Want de praktijk wijst anders uit. Tragedie is een mislukte voorstelling. De voornaamste reden hiervoor ligt in de tekst. Rijnders is een van Neerlands beste toneelschrijvers, maar dit stuk bewerkstelligt dat de toeschouwer na enkele minuten al afhaakt. Was in het beroemde Liefhebber het gekanker nog fel en gemeend, het gekanker van deze personages is vermoeiend en saai. Als een zeer zwakke afspiegeling van Liefhebber mekkert het koor door terwijl ze geen oog hebben voor de afbraak van de wereld waar ze deel van uit maken.
Tel daar bij op dat de magie van de special effects waarmee deze voorstelling vol zit volledig teniet gedaan wordt door de prominente aanwezigheid van technici die elk effect uitgebreid voorbereiden en je houdt weinig over om van te genieten. Of het moeten de spelers zijn, van wie er een aantal tot de absolute top van het nederlands theater horen. En hoewel ze zich manmoedig door het stuk heenslaan, maakte plaatsvervangende schaamte zich langzaam van mij meester bij het zien van zoveel modderende toptalenten.
Helaas.
In klassieke tragedies becommentarieert het koor de gebeurtenissen. Maar nu even niet. Nu verdommen ze het. Bij zinloos geweld en gesterf vlak voor hun neus houden ze even in. Maar als de helden weer wat rustiger zijn of even weg, gaan ze door met hun eigen bespiegelingen over zo maar een onderwerp. Zo lijkt het tenminste. Want die ogenschijnlijk associatieve invallen en gesprekjes raken steeds aan de actualiteit. Het koor geeft dus toch commentaar. Indirect. Door niet in te gaan op het hysterische gedoe van de klassieke helden (die rennend en schreeuwend om aandacht vragen) houden ze de naar binnen gerichte mens van vandaag een spiegel voor. Niet met zwaarwichtige betogen, maar fragmentarisch. Met nu eens een spits dialoogje, dan weer een vinnige opmerking, soms zelfs met een liedje. Luchtig maar toch relevant. Ik begrijp de ergernis van een aantal recensenten niet zo goed. Ik heb een amusante en intelligente voorstelling gezien.
Het gewei is voor de vormgeving en vooral voor de technici die al die klerezooi weer moeten opruimen na afloop. Voor de rest is het een hoog Kunst gehalte, waar eigenlijk niks mee gezegd wordt behalve wat platitudes in een verder toch al zo magere tekst. Van Reijnders zijn we toch beter gewend. Ik vond het al met al een arrogante voorstelling die niet tot nadenken stemde (wat toch de bedoeling schijnt te zijn) maar alleen maar irritatie opwekte om de betweterigheid waar het mee gebracht wordt.