Ingesloten tussen de muren, op een smalle speelstrook genaamd het Paradijs, met het lawaai van een Haagse kermis als een non-subtiele duiding van een aanwezige buitenwereld, oversteeg de voorstelling “Stikken” al deze storingen en suggereerde een verstikkende wereld tussen twee geliefden.
Als toeschouwer zogen Anna Hermanns en Joost Dekker mij volledig in een claustrofobische situatie van twee personen die elkaar zo ontzettend veel pijn doen, maar zoveel van elkaar houden en elkaar dús nooit zullen verlaten. Hoe absurd de opeenvolging van gebeurtenissen ook zijn, de link naar de werkelijkheid is groot. En de niet chronologische tijdslijn vergroot dat gevoel alleen maar. Erg krachtig zijn de scènes die duiden op een onontkoombare neerwaartse spiraal in het ‘gesprek’. Het begint zo gezellig, maar na drie zinnen voel je al dat deze twee over twee minuten elkaar niet meer zullen begrijpen en desondanks toch door zullen kleppen. “Ga dan alsjeblieft uit elkaar! Verlos jezelf van dit lijden!”, maar op het moment dat die gedachte ontstaat verklaren ze elkaar alweer ‘een soort van’ liefde. En zo gaat dit door tot een gruwelijk besluit, een wanhoopspoging.
Erg sterke openingsvoorstelling van een veelbelovend nieuw gezelschap. Een gewei per speler, gewei voor de regisseur Jori Hermsen, gewei voor de vertaling, gewei voor het decor en een gewei voor de prachtige ondersteunende muziek.
De eerste voorstelling van de veelbelovende nieuwe theatergroep Sonja. Een grimmige tekst van Anthony Neilson, indringend gespeeld door jonge spelers Anna Hermans en Joost Dekker. Een relatie die eigenlijk al over had moeten zijn, wordt door een nieuwe wending opnieuw op scherp gezet. Chronologisch aanvankelijk verwarrend, maar vervolgens daarin ook verrassend en tot het eind toe spannend. Joost Dekker speelt dan weer groots en brutaal, dan weer klein en ingetogen, een man die gevangen zit tussen zijn gevoel en zijn verstand. Anna Hermans hakt op hem in met een psychologische oorlogvoering die tot het eind toe blijft boeien.
Dit alles onder begeleiding van pianist Erik Woltmeijer die met zijn minimale, dissonante composities de slepende kwestie goed weet te vatten.
Een tomaat vanwege het fletse lichtplan waarin het decor soms goed tot zijn recht komt, maar soms ook aan stukken belicht wordt en de dynamiek van de voorstelling, die nog niet helemaal goed zit. De overgangen tussen scènes moeten nog iets flitsender en kunnen nog beter worden ingezet door de acteurs… maar dan heb je ook wat!