eerste helft, heerlijk! ik heb tot buikpuin aan toe gelachen. Tweede helft had geweldige muziek maar de verhaallijnen verdwenen terwijl ik me zo verheugd had op wat er allemaal nog zou gaan gebeuren. En er wat dat betreft zo veel kansen onaangeroerd bleven.
Zelden zo gelachen, net als iedereen om mij heen, wanneer maak je dat nu mee ?
Hoogtepunt in de grote zaal. Alle zogenaamde topstukken vallen hierbij in het niet. Het bloemkolenpubliek wordt geconfronteerd met de trivialiteit van schouwburgbezoek, avondje uit, zien wat je wilt zien, horen wat je wilt horen, liefs iets met pretentie en intellect en degelijk geacteerd, moeilijk zoals het hoort, iets over een superieure ander met een bruisend leven. Maar het krijgt zichzelf te zien in alle eenvoud. Het schouwburgpubliek moet tijdens deze voorstelling wel beseffen dat het vastzit in zijn eigen verhaal, in zijn eigen verwachtingen, zijn eigen plaat die blijft steken op de lelijkste plek in het liedje en dat het daarom op zoek is naar een swingend leven met ziel, en een glimp probeert op te vangen van zo’n leven door bijvoorbeeld naar een voorstelling in de schouwburg te gaan. Het stuk is kortom een boemerang. De tekst is geniaal. Dit is nu wat kunst moet zijn. De acteurs zijn stuk voor stuk on-nederlands goed. Pieter Kramer is de Nederlandse Platel. Niemand wordt profeet in zijn eigen land, maar ik hoop hij wel.
Grappig, vermakkelijk en onderhoudend, maar helaas toch ook weer niet helemaal wat je ervan verwacht: zo zou ik deze voorstelling willen omschrijven. Een gewei voor het decor: dat was echt heel erg mooi! Ik kon mijn oude turnzaaltje van vroeger bijna ruiken :)! Een gewei voor het spelplezier van de acteurs. Ik heb vooral erg genoten van Stijn Westenend die echt een geweldig typetje neerzet. Een gewei voor de muzikanten die hier toch eens te meer bewezen dat muzikanten gewoon al ‘cool’ als ze zichzelf zijn. Twee tomaatjes omdat ik de ‘boodschap’ niet echt goed uit de verf vond komen. Je had het gevoel dat het toch niet bedoeld was als puur vermaak, maar wat wilde men dan zeggen…Wel een hartstikke leuke voorstelling voor een muzikaal swingend avondje uit!
Saai en leuk. De niks-aan-de-hand-allerdaags-Hollands-gezeur-teksten zijn in het begin vermakelijk. Leuk door hun lulligheid. De acteurs spelen realistische typetjes als een hypochonder, een Brabantse zakenmannetje, een stadse Anita enz. Na ongeveer 3 kwartier snap je het wel maar gaat het nog door en word het gewoon saai. Na de pauze komen we echter erachter dat de mensen spelen in een zwarte SOUL band. Ze voelen zich namelijk meer hunzelf als ze zwart zijn. Het is een soort van een concert waarnaaar je zit te kijken en het is meesterlijk vermaak. Een totale omslag.
Ook al was het totaal dus wel vermakelijk, vond ik het meer een leuke televisie-serie of film dan een theatervoorstelling door het (mooie)realistisch decor, de herkenbare typetjes en het verhaal. Net iets te normaal om een voorstelling van te maken en, ik haat het om te zeggen, te weinig kunst om te laten zien.
Dat is nou genieten……een gewei voor het ongewoon realistische decor, een gewei voor de muzikanten, een gewei voor de teksten die nergens over gaan maar die iedereen al 1000 keer in zijn leven heeft gehoord, een gewei voor het plezier van de acteurs en een gewei extra omdat ik met een lekker gevoel uit deze voorstelling van Pieter Kramer kwam. Gewoon gaan zien!