Drie kan lang zijn, maar ook erg kort. Bij deze voorstelling is het laatste het geval. Ik heb in tijden niet zo gelachen bij een voorstelling. De koppeling van de stukken werkte erg goed. En op de één of andere manier moest ik aan ‘Wie is er bang voor Virginia Woolf’ denken, maar dan minder extreem. Gewoon een lekkere voorstelling.
Rauw, sprankelend, komisch, vertederend, schrijnend. Monk brengt eindelijk weer eens wat leven op de vlakke vloer. En hoe! Spitse dialogen, gedurfd spel en verfrissende observaties tussen het bier, de Ikeatafeltjes en het vinex-behang. Niet de zoveelste beleefde interpretatie van een begenadigd schrijver in een esthetisch verantwoord tweedehands decor. Maar de tragi-komische realiteit in een Ikea-interieur. Meegesleept en afgestoten. Verbaasd en geboeid. Verveelde me nog het meest in de pauze, collega tomaat!
‘Rhodos’ is een triologie over… ja wat eigenlijk? ik heb deel een gezien in Lantaren/Venster te R’dam. ‘Ben: Ik ben de economie’ heette dit als ik het wel heb. twee vrienden, een min of meer geslaagd figuur en een hangend en bierdrinkend trainingspak. deze twee hebben het over het heden, alle gadgets van deze tijd komen voorbij, zonder waar dan ook zeggingskracht te krijgen. De tijdgeest wordt een vlak en levenloos ding. Wat wilden ze überhaupt? een vriendschap heb ik ook niet mogen ervaren. En lachen heb ik in het geheel niet gedaan. Sterker ik moest mij inhouden niet het podium op te rennen en te eisen dat speler a reageert op datgene wat speler b tegen hem zegt. Fantasieloos gedoe. Ik ben in de eerste de beste pauze gevlucht.