minirecensies

Platonov

Alle gasten in het landhuis van Anna Petrovna verlangen naar iets groters dan het leven dat ze nu leiden. Drie vrouwen denken dat te kunnen vinden in de liefde van Platonov. Niet alleen zijn echtgenote Sasja en zijn hartsvriendin Anna, maar ook Sofja, zijn jeugdliefde die op het punt staat te trouwen met Sergej. Platonov: ‘Ik ben dorpsleraar.’ Sofja: ‘Dorpsleraar? Maar dat belet u toch niet om een normaal leven te leiden?’ Platonov: ‘Ik begrijp uw vraag niet…’ Sofja: ‘Ik bedoel, dat belet u toch niet om u in te zetten voor … voor een groter ideaal?’

Regisseur Luk Perceval bewerkte het stuk ingrijpend, herschreef het einde, en brengt Tsjechov terug tot de essentie, tot de melancholie, tot het onvervulde verlangen via de liefde een uitweg te vinden uit eenzaamheid, en benadrukt de tragiek als die melancholie de overhand krijgt. Ik vind het een hele goede voorstelling, een fascinerende voorstelling. Niet op de laatste plaats door de intrigerende dialoog tussen spel en muziek.

De acteurs blijven, op Bert Luppes na, nagenoeg stilstaan op hun plaats op het podium. Ze kijken voortdurend de zaal in. Niet zoals bij Suzanne Kennedy naar het publiek, maar er net overheen. Ze praten ieder op hun eigen manier, met woorden maar ook met lichaamstaal. Alleen Bert Luppes, als Platonov, verplaatst zich, zwerft om de anderen heen, zoekt steeds een ander op. Van die anderen lijken Steven Van Watermeulen en Lien Wildemeersch het meest op hun gemak bij deze aanpak. Die twee blinken uit, ook door de perfecte manier waarop ze steeds weer hun timing afstemmen op de muzikale improvisaties van Jens Thomas.

Want de improvisaties van de pianist – die de toetsen aanslaat, die zich vooroverbuigt om de snaren van de vleugel te bespelen, die met z’n knokkels op het hout slaat, die met zijn stem geluiden maakt, die hoog zingt, die laag zingt – die leggen steeds de basis. Jens Thomas bepaalt steeds het tempo, het ritme, en de kleur van deze meesterlijke voorstelling.

RiRo gezien 02/02/2013

Déze Michael Platonov wás een genie en ís een klootzak, zoals het groene blaadje hem laat weten. In deze bewerking staat de versufte belofte helemaal centraal. Vermoedelijk daarom is het toneel vrijwel kaal gehouden. Zoals een metgezel zei: voor een decorontwerper is hier niet veel te verdienen geweest.

Johan Heldenbergh speelt de antiheld met verve: vermoeid, intelligent, gedesillusioneerd, vriendelijk, agressief, cynisch, berustend. Honds tegen de vrouwen die hem omzwermen, ambivalent jegens de zwakke en nietsnuttende mannen om hem heen. Het gaat de acteur schijnbaar moeiteloos en ingehouden af. En hij bewijst, als hij uiteindelijk van de mensen om hem heen klop krijgt, dat hij ook nog over een betonnen schedeldak beschikt.

In 2000 zagen we een prachtige Platonov van ‘t Barre Land. Hier werd in de Brakke Grond opnieuw een geweldige voorstelling van deze eersteling van Tsjechov gemaakt. Louter drijvend op de vernieuwende en treffende ideeën van de regisseur en vooral op de puike acteerprestaties. Ook van de andere acteurs en actrices. We zagen een perfect ingespeeld elftal aan het werk.

Voor een prikkie (De Vlaamse Graai!!) puur toneelgenot!

colson gezien 31/10/2006