Aan het eind van de voorstelling, na het applaus, neemt Aus Greidanus, hoofdrolspeler en zogenaamd regisseur van de voorstelling het woord. Rick van der Ploeg moet weg is zijn boodschap, en de Appel zal blijven, of we allemaal een schriftelijke steunbetuiging in een grote doos zouden willen doen, ze hebben er al veertig duizend, die gaan ze aan Rick aanbieden, in dat kleine autootje van Aus, dat ook in de voorstelling figureert.
Maar het spijt mij Aus, ik kan geen steun betuigen aan een gezelschap dat een dergelijke ouderwetse voorstelling op de planken brengt. De stukkeuze vind ik best, maar ga daar mee aan de haal, alsjeblieft. De schaarse momenten waarin dat gebeurt, zijn die zonder tekst, en voor de pauze, waarin vooral Aus laat zien een zeer goede clown/mimer te zijn. Maar helaas, de rest van de voorstelling sleept zich voort, is dodelijk saai en plichtmatig gespeeld.
Mijn advies, Aus: hou er mee op, je kan niet regisseren, je kan duidelijk geen gezelschap leiden (vraag het de acteurs maar, of alle mensen die door jou zijn gedupeerd), maar je kan wel spelen.
En als je toch zo graag door wil gaan, voor het plezier van grijs Nederland: het is niet erg om als gezelschap weer wat in te krimpen, weet je wel, zoals vroeger, dan wordt het artistiek gezien misschien ook wel weer wat.
Het gaat goed met De Appel (waar ken ik dat toch van?): de laatste voorstelling van dit seizoen van ‘Knecht van twee meesters’ zat vol. Het was een bruisend feest waarbij er veel over het toneel gerend, gestund, geclowned en gereden werd -ik ben verliefd op het autotje- en bewezen dat we in Nederland niet alleen maar om onderbroekenlol kunnen lachen. Een, twee hupsakee, jongens, een gewei voor jullie allemaal. En een tip voor Aus: ga weer vaker spelen! want ik me kostelijk heb vermaakt.