Onmiddellijk na afloop zeiden we tegen elkaar: “Niet slecht, maar zeker niet goed”.
De verwachtingen aan het begin van de avond waren anders. Het weer was prachtig, de lokatie ongewoon en namen als Johan Simons, Els Dottermans en Wim Obrouck leken borg te staan voor topkwaliteit.
Maar 2,5 uur Kasimir en Karoline bleek toch een hele zit. Zo halverwege sloeg de bwondering voor het geren en geklim van de spelers om in lichte verveling. En de vraag kwam geleidelijk onweerstaanbaar op of de teksten nu echt doelbewust onder het volume van de muziek werden bedolven.
Tenslotte kon zelfs het happy end dat in de laatste vijf minuten van deze treurige geschiedenis uit de lucht kwam vallen, het gevoel van lichte teleurstelling niet wegnemen.
Tot halverwege denk ik nog ‘wat een evenwichtig gecomponeerde voorstelling met goed getimede stiltes,ook binnen de dialogen, en wat een perfecte balans tussen tekst en muziek’. Maar wat in eerste instantie de kracht lijkt, roept op den duur ergernis op. Naarmate de voorstelling vordert, betrap ik me steeds vaker op gedachten als ‘dat is nu wel duidelijk’ en ‘wat is dit traag zeg’.
Ik heb overigens een uitstekende Els Dottermans als Karoline gezien. Ook van Oscar Van Rompay als coupeur Schürzinger heb ik genoten. En ik heb natuurlijk veel medelijden gehad met Louis van Beek, die in bizarre uitmonsteringen een groot deel van de ‘abnormaliteiten’ voor zijn rekening neemt.
Ze is terug! Ze speelt het vriendinnetje van de kleine crimineel Merkl Franz (Kristof Van Boven). Haar eerste tekst is meteen ook de eerste lach op de tribune. Want nadat Van Boven opmerkt dat hij haar nek zal breken als ze het in haar hoofd haalt met een ander aan te pappen, knalt ze haar eerste woorden er werkelijk uit: ‘Dóe toch níet zo ónrechtváárdig!’ Ze laat zich duidelijk zien. En horen! Goed nieuws voor mij als voorzitter van de Yonina Spijker fanclub.