Natali Broods is de jonge actrice en Peter van den Eede de man die zijn haar wel heel erg kort heeft laten knippen. Van die twee heb ik gisteren bijna twee uur zitten genieten. Ze spelen het spel van woorden. Bloedige ernst, maar stevig aangelengd met humor. De kwaliteit, timing en dosering van dat laatste maakt het wat mij betreft zo’n geslaagde voorstelling.
Aanvankelijk praten de schrijver (?) en actrice vol pretenties en bravoure van zijn kant en vol pretenties en onzekerheid van haar zijde. Later komen platvloersere gespreksonderwerpen aan bod: geen Michelangelo, maar een aangereden muilezel, geen Sixtijnse kapel, maar een ingebouwde koelkast. De frustratie en de woede komt er tenslotte uit, want ze zijn immers aldoor te bang geweest om door te pakken. Uiteindelijk blijkt een gezamelijke boottocht op de Wolga in dichte mist voor hun verhouding te staan: ook met hun neus er bovenop zien ze niks. Inderdaad “zo stonden een man en een vrouw voor de zoveelste maal tegenover elkaar”. Tragisch, maar er valt dan meestal wel wat te lachen.
Een voorstelling over de macht en de machteloosheid van taal. Hoe twee geliefden niet anders kunnen dan elkaar bestoken met woorden en kennis, hierin vastlopen en elkaar frustreren. Als eindelijk de taal stokt en de acteurs elkaar uit onmacht te lijf gaan, komt de kwetsbaarheid overdonderend naar boven. De tranen liepen over mijn wangen. Mooi!
Geïnspireerd door de ideeën van Johan Daisne, vermeldt de folder. Inderdaad, wie het boek heeft gelezen (en dat is in mijn geval al een dertig jaar geleden) zal slechts hier en daar een aanknopingspunt vinden. Wat blijft is een gesprek tussen een schrijver en zijn jongere ex-geliefde. Beiden houden eigenlijk nog van elkaar maar de verschillen zijn (te) groot.
Dit resulteert in een paar teksthoogstandjes zoals het gejongleer met kunststijlen in het eerste deel en het relaas over een lijkschouwing. Tussendoor blijft De Koe vooral zichzelf en spelen de acteurs al evenzeer zichzelf.
Deze keer, anders dan in het vorige Quarantaine of Dropdeadmoney, zitten er heel wat bewust luchtige momenten in. De theatrale slotscène mag er ook zijn. De voorstelling slaagt er goed in om de aandacht gaande te houden, ook al is het een variatie op een thema dat we bij De Koe al zo dikwijls gezien hebben.
Toch wordt het ook voor De Koe tijd ‘for something completely different’. Een eigen stijl hebben is goed maar de voorspelbaarheid wordt toch wel heel groot.