Boris zong zeker groots, een imposante bas,
de monnik Pimen was ook niet slecht.
De vormgeving liet wel wat te wensen over.
Godoenov is een grootse opera, maar de presentatie is heel belangrijk. Het huilende zigeunerjongetje dat telkens opduikt was toch wel iets te, zeker de boze droomscene van Boris vooraan het toneel met de wand vol gezichtjes, waarvan er enkelen aarzelend waren scheefgeplakt, was nou niet iets om naar huis te schrijven. En de gouden stoel begint goed, maar verwordt dan teveel tot pop-art of Claes Oldenburg.