Haar zeven hersenschimmen zitten, bewegen, roezemoezen aanvankelijk in een plastic cocon waar de vrouw omheen cirkelt.
Sacha Bulthuis is die vrouw die, zwevend op de rand van leven en dood, een lange monoloog houdt tegen haar herinneringen. Zij, die herinneringen, haar kinderen, bewegen bewegen heftig en stoppen abrupt, zoemen, zwijgen. zingen flarden, murmelen onversaanbare woorden. Maar reageren niet op de geuite schuldgevoelens, bekentenissen en berusting in de reflectie van de vrouw.
Het ziet er allemaal toegankelijk en toch heel mooi uit, daar in De Appel. Gerardjan Rijnders heeft een mooie tekst geschreven. En Sacha Bulthuis doet precies wat nodig is - erg goed zijn.