Achtergronden bij 'De schouwburgen aan bod'
De huidige Cultuurnotaperiode is alweer halverwege en achter de schermen houden theatermakers zich al bezig met de aanvragen voor de volgende. De aanvragen moeten rond december worden ingediend en voor die tijd moeten eventuele wijzigingen in de procedure worden doorgevoerd. En dat er dingen moeten veranderen staat voor vrijwel iedereen vast: de vorige reeks beoordelingen door de Raad voor Cultuur zijn tè snel, onder tè hoge druk en daardoor tè slordig uitgevoerd.
De schouwburgen en vlakke vloertheaters, verenigd in de VSCD, zijn financieel niet afhankelijk van rijkssubsidie. Toch zijn deze theaters deels afhankelijk van de gehonoreerde aanvragen. Zij moeten het aanbod verkopen aan het publiek. En als de Cultuurnota ruimte maakt voor 10 nieuwe groepen die allemaal net genoeg geld krijgen voor één voorstelling per jaar, of als de Cultuurnota een oude favoriet opheft, of als de Cultuurnota twee jeugdtheatergezelschappen in één stad plaatst, dan hebben de theaters een probleem. Want dat is moeilijk aan de man te brengen.
Ook de VSCD vindt dus dat alles anders en beter moet. De VSCD wil dat de Raad voor Cultuur en het Ministerie van OC&W meer rekening houden met het bestaande aanbod en met de wensen van de markt. Waarom aanbod subsidiëren als er geen publiek voor is?
Ga naar de discussie >
|