moosers

Praatjes van Vanessa

599_vn.jpg

Na drie voorstellingen (een nogal bewerkte Hamletmachine van Andcompany&co, Fuck Off America van Frank Castorf en Onkel Vanja van Jürgen Gosch) de volgende conclusies: Eten op toneel is hip in Duitsland. Schreeuwen ook. Daarnaast is het nog steeds enorm en vogue om je gehele decor 360 graden te laten draaien.

Bij Fuck Off America levert dat een hoop op. Het decor is waanzinnig lelijk. Een bijna lichtgevend wit supergroot half scheefgezakte burcht waar de acteurs via een grote trap de hele tijd op en af rennen. Als het ding ronddraait, kan er aan de andere kant in de dungeons gedronken en gesekst worden, wat lekker vaak moet gebeuren en dat wordt dan vervolgens weer op de rest van het gevaarte gediaprojecteerd. Het stuk is gebaseerd op teksten van Eduard Limonow, een Moskouse underground dichter (zoon van een KGB-er, enfant terrible, in het gevang gezet wegens illegale wapenhandel) die uiteindelijk naar de VS emigreerde en daar duidelijk zijn draai niet vond. Zijn hoofdthema’s: oorlog en vrouwen.

Er gebeurt een hoop op het toneel waar ik geen reet van begrijp (en van het tekstboekje eigenlijk ook niet). Maar het is wel tof en cool. En de zaal (jong en hip publiek in de Volksbühne) valt ondertussen van hun stoel van het lachen. Ik niet, want ik kan eigenlijk geen Duits, tenzij het heel keurig wordt uitgesproken zoals de avond daarna bij Onkel Vanja op het Theatertreffen. Maar de acteurs zijn zo briljant grotesk en belachelijk aan het doen, dat begrijpen van de tekst niet nodig is. Hoogtepunt is als een van de acteurs met gitaar bloedserieus John Denver’s ‘Leaving on a jetplane’ zingt, terwijl het fort met diaprojecties en al ronddraait en zijn collega ondertussen alle traptreden op hem heen aan het droogneuken is. Goed, verder dus geen flauw benul waar dit allemaal over ging.

De Hamletmachine was van een groep jonge honden die het stuk van Müller als een spelshow presenteren: "End of Drama, begin of Game", schijnt Müller ooit eens gezegd te hebben. Een rad van fortuin bepaald welke van de vier deelnemende acteurs punten mogen scoren met welk deel van de tekst. Leuk bedacht, maar niet goed uitgevoerd. Acteurs gaan lekker stuk gedurende de avond, waarbij ze scènes tot vermoeiens toe moeten herhalen, omdat het rad steeds op dezelfde plek blijft hangen, maar ze gaan niet helemaal tot het gaatje. Gelukkig gaat dan aan het slot het decor draaien (hee!) en wordt het totaal onbegrijpelijk. Men mimet zich met meubels op het hoofd door de ruimte heen en probeert door het draaiende decor heen te manouvreren. Hoera voor de avant garde!

Lees meer

Vanessa op 05/05/2008 - 00:27  

In Londen voor oud en nieuw. Vorig jaar vooral bezig geweest met de uitverkoop, bier en chips. Nu dan toch naar het theater. Eerst wat onderzoek gedaan. Veel Shakespeare. Hoe verrassend. En alles duurt 3,5 uur. Ik vind dat een beetje overdreven. Vooral omdat ik al sinds 2005 een blaasontsteking heb. Leer toch schrappen, denk ik dan. Uiteindelijk viel de keuze op The Seagull van Tsjechov. Dat kwam vooral door de charmante kassamedewerker en door Tsjechov zelf. Ben dol op Tsjechov. De verveling, dat verlangen naar anders, nieuwer, beter, zonder daadwerkelijk de moeite te nemen een verandering in gang te zetten, spreekt mij enorm aan. ‘Laten we wat filosoferen.’ Mijn Engels is helaas verre van briljant. Pas toen het stuk losbarstte en ik op de geluidsband een meeuw hoorde, viel het kwartje. “Verdomd, ‘n Meeuw, dat stuk ken ik!” Een komedie over kunstenaarschap, theater, schrijven, de noodzaak van het creëren, de illusie van vernieuwing. Dat het allemaal rot en moeilijk is, maar ook dat het gezond is jezelf af en toe een beetje uit te lachen. Niet bij The Royal Shakespeare Company, overigens. Daar gaat The Seagull nergens over. Dat gaf niet echt. Ik zat voor een nickeltje vooraan en vond het allemaal prachtig. “Ik ben in Londen! Ik ga naar het tooneel! De RSC! Ik zit vooraan!” Ging wel ineens Jan Versweyveld extra waarderen. Da’s toch best leuk als iemand visie loslaat op het toneelbeeld. Ik denk eigenlijk dat zij (de artistieke types van het RSC, Trevor Nunn in dit geval) ook visie loslaten, maar dat ik hun codes gewoon niet begrijp. Wat mij betreft nemen ze al dat geacteer in ieder geval veel te serieus. Ze zijn zo druk me acteren, dat ze aan interpretatie niet meer toekomen, stel ik me zo voor. En ze nemen de tekst veel te letterlijk. Elke scèneaanwijzing uit achttienzoveel wordt uitgevoerd. Mazzeltje voor mij dat Ian McKellen van de partij is. Hij speelt Sorin. Dat doet hij lekker nonchalant (de enige die nonchalant doet). Bovendien kan hij met een klein gebaar honderd dingen zeggen. En zijn haar! Zijn haar zit geweldig! Een belachelijk omhoogkrullend kapsel. Staat-em zooo leuk! Tijdens het laatste bedrijf, als iedereen aan tafel een kaartspelletje doet, mag hij een beetje dutten op een canapé links op het podium (dat zal ook wel in de tekst staan… even kijken… oh pardon, een Turkse divan links op het podium) Laat ik daar nou net naast zitten. Als ik m’n hand uitstrek, kan ik Gandalf aanraken! Hoera!

Lees meer

Vanessa op 14/01/2008 - 20:24   6 reacties

Syndicate content