De titel is mooi in het stuk verwerkt. In het stuk lopen verschillende verhaallijnen door elkaar, dronken Claire, thuiskomst dochter, het intrekken van de beste vrienden van Agnes en Tobias. Tussen neus en lippen door wordt ook nog even hun enigszins bekoelde liefdesleven genoemd. Deze verschillende verhaallijnen blijven losse stukjes en mengen zich helaas niet tot een groter geheel: Het wankel evenwicht der verhaallijnen. Ook een wankel evenwicht zag ik tussen de verschillende speelstijlen. Voor het grootste deel is dat de schijnbaar typische Carver stijl: groot, fysiek en buitenkant wat het stuk vrij kluchtig maakt. De scènes van indringers/beste vrienden Harry en Edna zijn meer mime en geven een naargeestige sfeer. Dit vond ik heel sterke beelden. Helaas zit deze kracht er niet in als de twee acteurs beginnen te praten. Het blijft me onduidelijk waarom er is gekozen voor zulk verschillende speelstijlen en waarom het op een gegeven moment er iets tussen in wordt. En dat was wat ik miste aan de hele voorstelling. Er ontbrak een mooie (nu ben ik daar zelf natuurlijk nogal fan van) dramaturgische onderlijn. Er worden geen echte vragen gesteld. ‘Wat is vriendschap’, ‘wat hebben we voor elkaar over’, ‘zijn we eerlijk’ worden wel genoemd door de spelers. Maar de enige reden daarvoor lijkt het feit dat deze woorden in de tekst zitten. Het is mij verder überhaupt onduidelijk waarom de acteurs zeggen wat ze zeggen, de personages zijn niet genoeg gemotiveerd. Ook de vorm blijft buitenkant. Alle acteurs ‘spelen’ heel erg. Claire heeft dus haar maniertjes waarmee ze aantoont dat ze dronken is. Dit geeft de mogelijkheid tot de vraag of ze wel echt een alcoholica is, of dat ze wellicht misschien echt wel alleen ‘eigenzinnig’ is zoals ze zelf beweert. Deze mogelijkheid, die wel in de tekst zit, wordt helaas niet uitgewerkt. Mij lijkt de voornaamste reden van dit stuk de lach van het publiek winnen, wat ik erg jammer vind.
Wij, de personages, zijn, het publiek is en het publiek mag naar ons kijken. Deze concrete ‘het is wat het is’ filosofie spreekt mij erg aan in het actuele mime theater. Met weinig middelen veel zeggen. Weinig = veel of eigenlijk alles. En precies de juiste keuze van deze middelen. In ieder geval in deze voorstelling.
Het openingsbeeld is een soort omgevallen boomstronk met een gat erin. Hieruit komen, met behulp van magische belichting, twee vrouwen, ‘Jos’ en ‘Ri’. Zij gaan voor het gat zitten op stoeltjes. Af en toe staan ze op en gaan weer zitten. Soms verdwijnen ze in het gat om iets uit dit ‘kampeermeubel’ te halen. Verder hebben ze conversatie. En dat is het. En dat is genoeg.
Als ze van broek wisselen, staan ze op en gaan weer zitten. Nog steeds dezelfde broek maar de tekst zegt genoeg en overtuigt het publiek dat ‘Ri’ nu een rok draagt. Fijn dat Jetse Batelaan zo open kan denken. De voorstelling is ook erg ‘schoon’, er zitten geen overbodige dingen in. Het enige wat mij stoorde was de klerenhanger van de parka die Marks onduidelijk naast zich neerlegde. Wat mij dan bijna weer deed af vragen of deze ruis soms expres was.
Marks en Kuijper stellen zich kwetsbaar op. Het is heel intiem, alsof je echt bij Jos en Ri in de huiskamer zit. Maar ondertussen ben je je er ook erg bewust van dat het theater is omdat de vorm niet is ingezet om je mee te zuigen.
Een mooie voorstelling waar ik erg blij van werd. Zowel de vorm (de intonatie klonk echt prachtig) als de filosofie. Het leven gaat niet over de grote vragen maar om het dragen van de juiste rok.
De titel is mooi in het stuk verwerkt. In het stuk lopen verschillende verhaallijnen door elkaar, dronken Claire, thuiskomst dochter, het intrekken van de beste vrienden van Agnes en Tobias. Tussen neus en lippen door wordt ook nog even hun enigszins bekoelde liefdesleven genoemd. Deze verschillende verhaallijnen blijven losse stukjes en mengen zich helaas niet tot een groter geheel: Het wankel evenwicht der verhaallijnen. Ook een wankel evenwicht zag ik tussen de verschillende speelstijlen. Voor het grootste deel is dat de schijnbaar typische Carver stijl: groot, fysiek en buitenkant wat het stuk vrij kluchtig maakt. De scènes van indringers/beste vrienden Harry en Edna zijn meer mime en geven een naargeestige sfeer. Dit vond ik heel sterke beelden. Helaas zit deze kracht er niet in als de twee acteurs beginnen te praten. Het blijft me onduidelijk waarom er is gekozen voor zulk verschillende speelstijlen en waarom het op een gegeven moment er iets tussen in wordt. En dat was wat ik miste aan de hele voorstelling. Er ontbrak een mooie (nu ben ik daar zelf natuurlijk nogal fan van) dramaturgische onderlijn. Er worden geen echte vragen gesteld. ‘Wat is vriendschap’, ‘wat hebben we voor elkaar over’, ‘zijn we eerlijk’ worden wel genoemd door de spelers. Maar de enige reden daarvoor lijkt het feit dat deze woorden in de tekst zitten. Het is mij verder überhaupt onduidelijk waarom de acteurs zeggen wat ze zeggen, de personages zijn niet genoeg gemotiveerd. Ook de vorm blijft buitenkant. Alle acteurs ‘spelen’ heel erg. Claire heeft dus haar maniertjes waarmee ze aantoont dat ze dronken is. Dit geeft de mogelijkheid tot de vraag of ze wel echt een alcoholica is, of dat ze wellicht misschien echt wel alleen ‘eigenzinnig’ is zoals ze zelf beweert. Deze mogelijkheid, die wel in de tekst zit, wordt helaas niet uitgewerkt. Mij lijkt de voornaamste reden van dit stuk de lach van het publiek winnen, wat ik erg jammer vind.