The World In Pictures: nutteloze frustratie?
Oppervlakkig gezien dekt de naam van de nieuwste voorstelling van de Britse groep Forced Entertainment de lading. In een stuk van ruim twee uur wordt de geschiedenis van de mensheid er doorheen gejast van de oertijd tot aan de postmoderne tijd waarin we nu leven. Dit gebeurt overwegend door een continu in stand houden van een enorme chaos op het podium. Het gehele ensemble sleept de hele voorstelling lang allerlei lelijk vormgegeven attributen, kledingstukken en pruiken het podium op, dat alles rennend of dansend, onder het slaken van luide kreten. De individuele handelingen van de acteurs zijn zelden interessant genoeg om lang te volgen, terwijl de compositie als geheel ook geen duidelijke choreografie heeft. Het wordt blijkbaar aan de toeschouwer zelf overgelaten waar hij zijn aandacht op moet vestigen. Intussen wordt het publiek gedurende de voorstelling direct aangesproken door Terry, de vertelster, die wanhopig probeert om de gepresenteerde lijn van de history of man nog enigszins te bewaken. Zij laat zich regelmatig souffleren door de ‘historische karakters’ op het podium, als ze zelf weer eens de draad kwijt is.
Om dit middenstuk van ruim anderhalf uur in te leiden, wordt het stuk begonnen met een monoloog van de zogenaamd onzekere of incompetente speler Jerry. Na belachelijk te zijn gemaakt door zijn mede-acteurs (“Think about your training Jerry”), neemt hij het publiek mee op een denkbeeldige stadswandeling die eindigt halverwege een sprong van een flatgebouw. Na het idiote middenstuk, wordt het woord tenslotte weer aan Jerry gegeven, die het publiek naar huis stuurt met een overdenking over ieders eigen rol in de geschiedenis, om af te sluiten met de platitude dat we elke dag moeten leven alsof het onze laatste is.
The World In Pictures roept tijdens het kijken met name frustratie op. Frustratie om het - wellicht bewust - slechte spel en de continue simplificatie en pervertering van de wereldgeschiedenis. Wat ook irriteert is het feit dat in een tijd dat er op theatergebied zoveel mogelijk is wat betreft techniek, licht en geluid er - nogmaals, wellicht expres - zó weinig gebruik wordt gemaakt van deze mogelijkheden. Verder zijn er nog de flauwe woordgrappen van Terry en de, ongetwijfeld grappig bedoelde, Blote Man, die constant aandringt op meer seks in het verhaal, daarbij heftig zwaaiend met zijn piemel. Tenslotte is er de platgetreden moraal, die aan het einde van het stuk wordt gepresenteerd.
Na afloop van de voorstelling volgt de verwarring. Forced Entertainment is een van de belangrijkste moderne groepen van Engeland, men mag aannemen dat de makers de bovengenoemde keuzes allemaal bewust hebben gemaakt. De vraag is echter: waarom dan? Waarom zou je je publiek bloot willen stellen aan zo’n chaotisch toneelstuk met matig spel, lelijke enscenering en zo’n amateuristisch voorkomen? De makers van Forced Entertainment staan bekend om het feit dat ze het publiek willen confronteren met de macht van de theatermaker. Ze zoeken vaak de grens op tussen wat het publiek nog accepteert en wat niet. Dat is ook deze voorstelling weer gelukt, want na afloop wist de barman te vertellen dat er ongeveer twintig mensen de zaal uit waren gelopen.
De bedoelingen van de makers zijn onduidelijk: aan de ene kant willen ze een beeld schetsen van het contrast tussen geschiedschrijving en geschiedenis. De geschiedenis van de mensheid is er een geweest van continue chaos, oorlog en decadentie. In hun voorstelling willen ze deze ‘echte’ geschiedenis laten zien en zo de toeschouwer confronteren met zijn eigen ‘nette’ opvatting van de geschiedenis zoals we het allemaal op school hebben geleerd.
Aan de andere kant echter, wil Forced Entertainment, zoals ze wel vaker doen, een soort onderzoek doen naar wat een theatermaker kan doen met een publiek. Hoever kan je gaan in het prikkelen van een toeschouwer voordat hij gefrustreerd raakt? En wat gebeurt er als je net over dat randje heengaat? Dit onderzoek komt - op deze manier - echter een beetje gedateerd over. Puur modernisme in het theater is toch een gepasseerd station. Je mag als toeschouwer in het huidige theaterparadigma toch verwachten dat een theaterstuk meer is dan slechts een onderzoek naar wat een maker zich op het toneel kan veroorloven en wat niet.
© Arjan Raatgever, 14-03-‘07
Arm Engeland, een heel land zonder Jan Joris Lamers…
Het had wel mooie momenten, deze geschiedenis van de wereld waarin mannen achter vrouwen aanrennen (en andersom), iemand niet weet wat je met een laptop zou moeten, en iemand de hele tijd met het weer bezig is, terwijl ‘the thrust of history’ aan ze voorbijtrekt. De megalomanie van een voorstelling over álles wordt goed onderuitgetrapt, al is de filosofische strekking wat dun. Maar het acteren, daar struikel ik echt over: het blijven actreutels, die bestudeerd op effect spelen. De spelers van Discordia, ‘t Barre Land of Dood Paard zouden zoiets veel losser, intelligenter en daardoor gedurfder aanpakken.
Met hoge verwachtingen naar deze voorstelling gegaan.
Geweien voor begin en eind. Sterk theatraal spel dat met weinig middelen (want alleen tekst) boeiend blijft. Middenstuk (ontwikkeling van de mensheid) soms ronduit flauw, daarvoor de tomaten. Of is het de bedoeling om de soms té ontspannen toeschouwer bij de les te houden? Ik denk zelf dat dit Brechtiaanse principe achterhaald is en dat een boeiendere voorstelling de toeschouwer beter wakker kan houden.
Hij is net binnen. Ook boos de zaal uitgelopen. Met een glas wijn in zijn hand legt hij uit dat het volgens hem volstrekt achterhaald zeventigerjaren post avant-gardisme is waar we naar staan te kijken. Op dat moment zien we op de monitor, waarop we de voorstelling zijn blijven volgen, dat er in de zaal zeven tegelijk opstaan. Een medewerkster van de schouwburg vangt ze op en begeleidt ze naar het schouwburgcafé. Als ze daar, nog rood aangelopen van verontwaardiging, ons vrolijk in gesprek aantreffen (we zijn dan al met meer dan dertig) is hun boosheid in een mum van tijd verdwenen. Ze halen een drankje aan de bar en sluiten zich bij ons aan. Dit is echt een vondst! Alle schouwburgen zouden deze noviteit onmiddellijk over moeten nemen. Alle kleine zalen ook. Een besloten ruimte met een scherm en een bar. Iedereen kan voortaan op elk gewenst moment de zaal verlaten, in de hal even heel hard boe roepen, en daarna toch de rest van de voorstelling bekijken en er met anderen op luide toon commentaar op leveren. Een briljant idee! Een groot compliment dus voor de schouwburg in Groningen. De vijf tomaten? Voor de voorstelling. Zo rijk en virtuoos als Guns, Germs, and Steel is, het boek van Jared Diamond waarop de groep zich zegt te baseren, zo arm en banaal is de voorstelling. Heel slecht.