In het vierde deel van zijn tiendelige project MightySociety behandelt regisseur Eric De Vroedt het thema globalisering. De wereld is plat en vernetwerkt; belminuten zijn goedkoop, overal is internet; bedrijven zijn bezig met outsourcing, uitbreiden, fuseren, splitsen; mensen migreren; goedkope arbeidskrachten in slechte omstandigheden; eten of gegeten worden; altijd uitbreiden; de wereld als marktplaats. Hoe verbeeld je zo’n abstract, veelzijdig en dynamisch begrip als globalisering op een theatrale manier?
De Vroedt vindt de sleutel door de grote abstractie van het thema te ondervangen door de gevolgen ervan zeer concreet te verbeelden in zijn personages. Hij introduceert een modern grachtengordelgezin: moeder Henriëtte, Europees politica, zoon Bas-Jan, de recalcitrantie zelve en haar vriend Dick, keiharde zakenman met mondiaal succes. De keuze voor de moeder als vertegenwoordiger van de controlerende macht en de vader als vertegenwoordiger van de producerende macht is slim gekozen. De zoon doet zich voor als filmend journalist en is de recalcitrantie zelve. De gesprekken binnen het gezin zitten vol met talige spitsvondigheden en snijden terloops grote thema’s aan. Ze zijn echter ontdaan van iedere compassie. Deze mensen houden niet van elkaar, ze houden vooral van zichzelf. Henriëtte zwelgt in haar macht in het Europees parlement, Dick verdient simpelweg zoveel mogelijk geld en Bas-Jan voedt zichzelf met cynisme over zoveel hypocrisie.
Dan wordt aangebeld en laat Bas-Jan ineens een wildvreemd echtpaar binnen. Ze zijn door en door burgerlijk. Na een korte periode van onderlinge plichtplegingen wordt duidelijk dat de man een ex-werknemer is van het bedrijf van Dick. Hij is gestopt omdat hij de ontmenselijking en het gebrek aan waardering niet meer aan kon. En nu komt hij verhaal halen. Er ontspint zich een thrillerachtig plot. Dick, ‘Groene Ondernemer van het Jaar’, blijkt wat minder groen te zijn als gedacht als blijkt dat hij al jaren, achter de rug van vriendin Henriëtte om, smerige Chinese fabrieken opkoopt om daarmee bergen Europese milieusubsidie binnen te kunnen halen. Het grootste gedeelte van de subsidies steekt hij echter in eigen zak. Dick bekent, maar voegt er gelijk aan toe, dat er niets illegaals is aan zijn activiteiten. Henriëtte is wel wat verbaasd, maar komt al gauw tot het visionare inzicht dat dingen ‘nu eenmaal zijn zoals ze zijn’. Zoontje Bas-Jan blijkt vervolgens het brein te zijn achter de ontmoeting met de inmiddels woedend geworden ex-werknemer en het geheel begint steeds meer op een soort gijzeling te lijken. Het slot van het stuk is echter nogal teleurstellend: keiharde ondernemer Dick komt tot inkeer. Niet erg geloofwaardig en het haalt een stuk scherpte van het verhaal weg. Dit is echter maar een klein smetje op een verder werveld stuk. De personages worden goed neergezet en met name Els Ingeborg Smits als politica Henriëtte is zeer sterk. Gemeende communicatie is haar volkomen vreemd, een ideologie heeft ze niet, maar ze lijkt er nauwelijks onder te lijden.
De Vroedt’s missie is te prijzen, omdat hij de moeite neemt een ingewikkeld thema dat vaak slecht begrepen en belicht wordt, transparant te maken voor zijn publiek. Hij doet dit bovendien niet op tendentieuze of belerende wijze. Hij gebruikt in het stuk de verschillende personages om een rijkdom aan ideeën, ideologieën en strategieën over globalisering te presenteren, die een lange researchperiode verraden. Bovendien krijgt het publiek in de vaak gebruikelijke sideshows – debatten, gesprekken of lezingen na afloop van de voorstelling – de kans zelf actief mee te doen aan het globaliseringsdebat. De Vroedt zelf is overigens duidelijk over zijn kijk op globalisering: “De angsten die de wereldwijde productie -en informatiestroom oproept, wil ik serieus nemen. Dat probeer ik te laten zien. Het neo-liberalisme is te ver doorgevoerd, en overal heerst het efficiency-denken.”
Ik heb nog geen reacties geplaatst.