Wie komt om ondergedompeld te worden in een stuk van betekenis, zal ongewtijfeld teleurgesteld naar huis gaan. Een dunne kopie van een veelbeschreven en veelgespeeld thema, iets anders weet de schrijfster niet op te brengen. Maar wie wil meemmaken hoe acteurs als Anne-Wil Blankers en Edwin de Vries zelfs van de flinterjes karakter een sterke voorstelling weten te maken en hoe zij jonge, minder ervaren acteurs boven zichzelf uit kunnen laten stijgen, wordt volledig op z’n wenken bediend. Het stuk is niks, het spel een ware workshop voor de toneelliefhebber en in dit opzicht een must.
Een mooie sterke voorstelling. Van het publiek wordt wel wat gevraagd in concentratie, maar dan krijg je ook wat. Naast Edwin de Vries en Anne-Will Blankers, was ook het acteren van Nienke Römer erg sterk. Mooie, geloofwaardige karakters waarmee de gevolgen van ontrouw worden bekeken. In een omgeving van schrijvers en journalisten gezet, wat leidt tot mooi maar nog steeds geloofwaardig taalgebruik. Het decor was een huis, maar had de passende sfeer van een ruïne. De belichting tussen twee confrontaties gaf de kleuren van een foto in de krant. Het voegde toe om te zien tussen wie de confrontatie ging zijn, voordat deze was begonnen.
In tegenstelling tot de eerdere minirecensies vond ik het echt een mooie voorstelling en ben ik blij dat ik geweest ben.
Kennelijk heeft Het Nationale Toneel haar afdeling Dramaturgie vorig jaar opgeheven (en indien niet, dan zouden ze die dramajurken op staande voet moeten ontslaan), want dat dit flutstuk verder is gekomen dan de prullenbak op de kamer van de artistieke staf van HNT is onbegrijpelijk. Volgens velen horen Anne-Will Blankers en Edwin de Vries tot de top van het Nederlands Theater maar ook in hun handen blijft dit materiaal van een gelukkig verder onbekende Australische schrijfster die kennelijk van haar psychotherapeut de opdracht kreeg haar slechte huwelijkservaring van zich af te schrijven stuitend onder de maat. Helaas is er kennelijk nog genoeg publiek met vervoer op maat uit de bejaardentehuizen te halen om de Haagse schouwburg te vullen zodat dit soort vehikels gecreëerd om een ster als Anne-Will te zien stralen jaar in jaar uit opgevoerd worden. Hopelijk gaat de hele Raad voor Cultuur kijken en trekt zij haar conclusies.
Christus wat is dit nu weer? Goede Tijden meets de Haagse Comedie. Dat de schrijfster dit waardeloze stuk aan de openbaarheid heeft willen prijsgeven is misschien nog goed te praten met een beroep op gebrek aan intelligentie, hetgeen blijkt uit de geforceerde dialogen en de totale afwezigheid van enige tekenen van leven in haar ‘personages’. Dat een regisseur vervolgens uitgerekend dit stuk ongeluk uitkiest om zo sec op de planken te zetten valt niet te verdedigen en riekt nog het meest naar arrogantie. ‘Ach, voor Anne-Wil en Edwin komt het publiek wel,’lijkt men gedacht te hebben. Inderdaad, het publiek dat meestal de voorstellingen van het Nationale Toneel bevolkt was weer massaal aanwezig: het was een komen en gaan van uitgedroogde voorhoutse schildpadden met dito ega’s. Waarom twee talentloze actrices naast Anne-Wil Blankers en Edwin de Vries op toneel worden geduld is mij een raadsel. Een aanrader voor eenieder die voor eens en voor altijd van het -tegen beter weten in- bezoeken van toneelvoorstellingen af wil zijn. Eén tomaat kon ik nog net toewerpen, daarna ben ik in slaap gesukkeld.