De Tijd speelde ooit Casanova, een stuk waarin het de bekende figuur liet zien in de laatste jaren van zijn leven en dit in een kale, sombere scenografie. Hier gebeurt quasi hetzelfde met Oscar Wilde, iemand die we ons niet kunnen voorstellen als een dikke, lullende, soms wat gekke, aftakelende vent zoals hij hier wordt voorgesteld. Wim Opbrouck en de anderen kunnen hier volop hun ding doen: een scetchke, een danske, een stukje piano, een liedje en tussendoor ook nog een stukje drama. Allemaal knap gedaan, daar niet van.
Je komt de schouwburg uit en je bent het allemaal alweer vergeten. Waar ging dit nu juist over?