Comfortabel liggend kijk ik naar de twee acteurs boven me. Ik luister naar de stemmen van actrices die door de acteurs worden geplaybackt. Stem en lichaam, beeld en tekst, zijn losgekoppeld, en met hun spel, met hun lichaamstaal, brengen de mannelijke acteurs vrouwenstemmen tot leven. Dat werkt heel goed. Maar er gebeurt meer. Al bij de begindialoog tussen madame De Merteuil en graaf Valmont zie ik ook Glenn Close en John Malkovich voor me uit de verfilming van Les Liaisons Dangereuses uit 1988. Dat vind ik niet erg, dat leidt niet af, het voegt toe. Het ritme van de voorstelling biedt die ruimte. Vooral door de stem van Katelijne Damen komen ook herinneringen aan de Proustvoorstellingen van Guy Cassiers bij me boven. Beelden die al in mijn hoofd zitten, natuurlijk niet toevallig die beelden, blijken heel goed in de voorstelling te passen. Het moet mogelijk zijn nog een stap verder te gaan. Een voorstelling dus die bijna uitsluitend gebruik maakt van de eigen herinneringen van de toeschouwers. Ik zie het al helemaal voor me.