minirecensies

minirecensies

De voorstelling ademt de sfeer van de jaren vijftig. Als je niet beter wist zou je denken dat het stuk uit die tijd stamt. Toch is dat niet zo. Het is een tekst van nu. Tekstschrijver Casper Vandeputte liet zich weliswaar inspireren door de thematiek van de Amerikaanse schrijver J.D. Salinger, hij nam ook fragmenten over uit twee van diens korte verhalen, maar die vulde hij aan met zelf geschreven materiaal (rond Salinger’s thema’s).

Dat levert een boeiende, tijdloze toneeltekst op, over vooral het getob van twee twintigers met existentiële eenzaamheid. Waarin Jessie (Maria Kraakman) niet gelukkig wordt van haar spirituele zoektocht, en haar broer Walter (Sanne den Hartogh) niet van zijn rationele kritiek daarop.

Den Hartogh en Kraakman zijn goede acteurs, hun spel doet zonder meer recht aan de tekst. En de regie van Erik Whien is functioneel en helder. Maar ik zou ook wel wat tegenkleur willen zien, een contrapunt af en toe. En die ontbreken.

RiRo gezien 26/02/2011

Een postmodern vacuüm

Expats, volgens de site van Het Toneel Speelt, “een hilarische en zwartgallige komedie” over vijf succesvolle Nederlanders en één Amerikaan in Beijing die samen praten over alles wat anders zou moeten in de wereld tot plots een kind op de stoep staat en de Nederlanders deze vermoorden omdat dit het beste zou zijn voor het kind. Deze voorstelling gaat zeker over vijf Nederlanders en één Amerikaan in Beijng en ze praten zeker over veel dingen die anders zou moeten. Een generatie die meer dan alle generaties voor haar weet heeft van wat er in de wereld aan de hand is, maar die haar verantwoordelijkheid niet lijkt te nemen. Eigenlijk praten de personages over zoveel verschillende dingen dat er in werkelijkheid bijna niets gezegd wordt. Alles moet anders in de wereld, iedereen wil iets veranderen, voelt zich verantwoordelijk, maar niemand doet iets en hierdoor voert hypocrisie de boventoon. Er is echter één personage die ondanks haar pogingen om het meest irritante persoon in de voorstelling te zijn, uiteindelijk de meest oprechte blijkt. Barber, de vrouw des huizes, is irritant door haar gemaakte hippe taalgebruik en haar botte manier van doen, maar ze is tenminste de enige die weliswaar net als de anderen overal iets op aan te merken heeft , maar in ieder geval heeft ze niet de illusie dat ze iets kan en ook zeker niet wil veranderen aan de problemen in de wereld.

De boodschap is duidelijk, of deze postmoderne boodschap ons als publiek nog iets nieuws en waardevols meegeeft is zeer te betwijfelen en de chaos van futiliteit maakt deze voorstelling saai. Het beeld is star en enkel spannend op het moment waarop de deus ex machina-achtige verschijning van de Chinese hulp de nutteloosheid van het bestaan benadrukt door de enige keuze die de personages weten te maken ongedaan te maken en het kind weer tot leven te wekken. De tekst is ook niet interessant op een enkel taalgrapje die veroorzaakt wordt door het door elkaar gebruiken van het Engels en het Nederlands.

In de voorstelling zegt Mark, als reactie op het door Barber constante uiten van gedachten, dat hij ook veel denkt maar daarbij niet praat. Mijn vraag is of de gedachte voor het maken van deze voorstelling het werkelijk waard was om haar uit te spreken.

Melpomene gezien 26/02/2011

Kan een jurk groen (en een jas zwart) zijn en tegelijkertijd zandkleurig? In Dieven van Alize Zandwijk kan dat. Want ook de groene jurk van mevrouw Schmitt en de zwarte jas van uitvaartondernemer Josef Erbarmen lijken dezelfde zandkleur aan te nemen als de kleding van de andere personages. Zodat alle twaalf volwassenen in deze voorstelling steeds meer vervloeien met de kleur van de kartonnen dozen waaruit het decor bestaat. Alleen het kind (van Monika en Thomas Tomason) ontsnapt daar aan.

Een lange voorstelling, tweeënhalf uur. Maar wat een rijke tekst! Dea Loher schrijft gelukkig niet gekunsteld literair. Integendeel. Met behulp van alledaags taalgebruik schetst ze op een trefzekere, soms schrijnende maar toch ook humoristische manier het leven van mensen die leven alsof ze niet leven. Van mensen die hun bestaan geen zin kunnen geven als ze niet een doel hebben, die niet in het hier en nu kunnen zijn zonder eigenlijk iets anders te willen, zonder een toekomst te fantaseren.

Dieven moet het niet hebben van bijzondere regievondsten of van spannende interacties. Over het algemeen geven de acteurs het switchen naar een andere verhaallijn aan door naar de rand van het podium te bewegen en daar front zaal het woord te nemen. De kracht van de voorstelling zit hem (behalve in de tekst zelf) dan ook vooral in de knappe manier waarop de acteurs door hun dictie en hun lichaamstaal het verhaal extra lagen geven.

RiRo gezien 22/02/2011

Een gepassioneerde Super Pappa spreekbeurt

Maanden geleden hoorde ik al over deze voorstelling van acteur Joris Smit, maar toch lukte het maar niet om het te zien. Joris Smit maakt met ‘Dennendal’ een performatief theaterportret van en met zijn vader, Bartho Smit. De vader van Joris werkte in Dennendal, een in de jaren ’70 vooruitstrevende kliniek voor zwakzinnigen waar gestreden werd voor democratisering en zelfontplooiing. Er waren voor- en tegenstanders van de werkwijzen in Dennendal die hevig op elkaar reageerden.

Joris Smit begint in deze voorstelling met een soort spreekbeurt over zijn met een ‘S’ op de borst gedrukte Super Pappa die geboren is uit een bewondering voor de werkzaamheden die Bartho Smit in Dennendal heeft uitgevoerd. De spreekbeurt is gepassioneerd en bedoeld chaotisch, maar toont de bewondering van de zoon in alle bevlogenheid. Het talent van Joris is echter, zoals hij zelf weet en aangeeft, niet het vertellen van een feitelijk verhaal, maar het gebruiken van fantasie en inleving om een beeld te geven van de reden waarom dit theatrale standbeeld voor zijn vader gemaakt zou moeten worden. Smit vervolgt de voorstelling dan ook door zijn vader op een geromantiseerde manier te spelen, terwijl het origineel op geen drie meter afstand alles met een scherp oog volgt en soms zijn zoon in de rede valt door kritisch, toch liefdevolle en met bewondering bekleed het geromantiseerde beeld recht te zetten.

Een voorstelling over het zoeken naar de identiteit van de mensen die je na staan en de identiteit van jezelf in een periode waar meningen altijd zwakker zijn dan de sterke meningen van vroeger. Een ontroerend echte manifestatie van de liefde van een zoon voor zijn vader, maar ook zeker andersom.

Melpomene gezien 20/02/2011

Literatuur en Theater zijn niet hetzelfde

‘De Aanslag’ de klassieker van Harry Mulisch is na te zijn verfilmd door Fons Rademakers nu ook in de theaters te zien onder regie van Ursul de Geer. Het verhaal over Anton van Steenwijk die als twaalfjarige meemaakt dat een NSB’er, tevens de vader van een klasgenoot, voor zijn huis wordt dood geschoten. Zijn vader, moeder en broer worden verdacht en gedood door de Duitsers wat hem zijn hele leven zal blijven achtervolgen. Het verhaal blijft in de kern tragisch en spannend, maar waarom er na een boek en een film nog een theatervoorstelling gemaakt moet worden die in niets verder gaat dan zijn voorgangers blijft onduidelijk.

Het beeld is futloos, het spel bij momenten onoprecht en de enscenering is voorspelbaar zelfs als je het boek, noch de film hebt ervaren. De vrouwelijke acteurs schakelen interessant tussen de verschillende te spelen personages en het personage van de mysterieuze Truus intrigeert, maar verder is de voorstelling erg leeg. ‘De Aanslag’ lijkt niet meer dan een reden om het boek van Mulisch er bij te pakken om te zien hoeveel interessanter, om niet te zeggen beter, het origineel is en net als een aantal eerdere voorstellingen, gebaseerd op boeken, een bewijs dat met het boek in de hand een bepaalde theatrale authenticiteit gezocht moet worden om het daadwerkelijk goed te kunnen gebruiken voor theater.

Melpomene gezien 19/02/2011

Ruim 10 jaar geleden plakte “Lucia Smelt” op onze ziel. Het vervolg (10 jaar later) doet niet onder. De spanning, de electriciteit tussen Steven Van Watermeulen en Sara De Roo, het is er allemaal weer terug. Maar… nu met een derde, Maya Sannen die zich wonderwel inpast in de speciale sfeer die Steven en Sara creëren. Moeten we nog eens 10 jaar wachten op het vervolg?

Iwein gezien 10/02/2011

Waw, dit is toch waarom we het doen, 2 keer in de week naar theater om eens per jaar zoiets mee te maken! En dan is eens per jaar nog sterk overdreven. Ivo Van Hove overtreft zich andermaal met zo’n strakke regie en zo subtiel gebruik van video. Maar vooral wat een cast! Jakob Derwig, Halina Reyn, Gijs Scholten van Aschat, Elsie De Brauw, Wim Opbroeck, Frieda Pittoors, Hilde Van Mieghem,… wat een cast en wat een prestatie. Een voorstelling die je doet lachen, naar de keel grijpt, ontroert en op het einde je uit je stoel doet veren.

Iwein gezien 17/02/2011

Achter de bomen van het Weense Woud

Een voorstelling over een politiek en economisch wankele tijd waarin personages rust zoeken in de natuur, fortuin in de loterij of vertier in de nacht, dat is wat ‘Verhalen uit het Weense Woud’ van Toneelgroep Maastricht het publiek te bieden zou moeten hebben. In werkelijkheid zie ik door twijgen van een slechte regie een tekst die in meer respectvolle handen misschien iets interessants en tragisch zou kunnen zeggen over het naïeve en vaak initiatiefloze van de mens. In deze regie van Arie de Mol wordt de tekst van Ödön von Horvátz echter verkracht tot een klucht die op momenten bijna doet herinneren aan het ons allen bekende schooltoneel. Het grootste gebrek van deze voorstelling is het gebrek aan een sterke stem, krachtige standpunten.

Von Horvátz portretteert ontroerende mensen die misschien soms strooien met onbenullige uitspraken, maar wel levensecht zijn. Juist in de onbeholpen echtheid van deze personages zit de combinatie van het komische effect en de tragiek. In deze voorstelling is echter sprake van een enorm overacte manier van spelen waardoor weinig tot niets aankomt bij het publiek. Tekst blijft rond zwerven op het podium en het lukt haar niet achter de bomen van het woud weg te vliegen, recht in het hart van de toeschouwer. Ook het gebruik van de microfoons door de makers van deze voorstelling zorgt niet voor een optimale ervaring; de woorden blijven plat als het papier waar ze op staan geschreven en vooral in de scènes waarin het licht uitgeschakeld is worden stemmen een brij in de schaduw van het Weense Woud waar op momenten noch tak noch bladnerf van elkaar te onderscheiden is.

De Mol lijkt de volksheid van de thematieken in deze tekst te willen benadrukken door het levenslied door de voorstelling te vlechten als klimop. Op de uitzondering van een onvolgroeide nachtegaal na lijkt het woud jammerlijk te zijn bevolkt met een familie kraaien. Waarom acteurs laten zingen als dit niet hun forte is; theatermakers, alstublieft benut uw krachten niet uw zwaktes, we verliezen al zoveel publiek in het theater.

Verbazingwekkend goede voorstelling, waar je ook bent, kom achter de bomen van dit Weense Woud vandaan, neem me op je gewei en breng me ontroering, pijn, plezier, wat dan ook, mijn armen zijn lam van het gooien met tomaten.

Melpomene gezien 16/02/2011

Van het stuk ben ik geen liefhebber, nooit geweest, en ik hield ook nooit zo van het werk van Eric De Volder. Ik heb nou eenmaal (te) weinig affiniteit met kunst over het volkse, over ‘de gewone mens die gewoon zijn natuur volgt’. En ik heb ook geen affiniteit met die groteske regie die me steeds weer aan de zeventiger jaren doet denken. Toch boeit de voorstelling me. Dat komt vooral door de muzikaliteit ervan.

Alleen al die beeldende en poëtische vertaling en de manier waarop de acteurs hun tekst zeggen, waarbij ze vaak overgaan in een soort Sprechgesang. Alleen dat al levert een paar heel fraaie scènes op. Zoals de gedubbelde dialoog tussen Frans en André aan het begin, en het nog mooiere duet van de verleiding tussen de wachtcommandant en Marie. De echte muziek, de composities van Dominique Pauwels en de op de band opgenomen zang, sluiten daar heel mooi bij aan.

Wat de beelden betreft, dat is niet altijd mijn smaak, nogal afstandelijk, nogal veel, en nogal veel heen en weer. Ik vind het een verademing als er - tegen het eind gebeurt dat vaker - wat verstilling in komt. Prachtig vind ik bijvoorbeeld het tableau van de drie vrouwen en het kind, en hoe van daaruit de finale confrontatie tussen Woyzeck en zijn lief wordt opgebouwd.

Dus ondanks het feit dat ik geen liefhebber van het stuk ben, heb ik van de voorstelling genoten.

RiRo gezien 08/02/2011

Ambetant Chaotesk

Frans Woyzeck, met nadruk op de voornaam van dit tragische hoofdpersonage die gewoonlijk niet in de titel voorkomt, “om hem nog dichter bij ons te brengen, om hem een waardige identiteit te geven”. Niets dan goeds over de doden, maar op deze laatste voorstelling van Eric De Volder, waarvoor hij het bekende wereldrepertoire stuk van Büchner bewerkte, valt jammer genoeg toch het één en ander aan te merken. Ten eerste de bewerking, die door het gebruik van archaïsch Vlaams, volgens de acteurs, typisch is voor De Volder. Interessant was dan ook dat de voor Nederlanders in eerste instantie vreemd voorkomende taal geen enkel obstakel vormt voor het begrip van de voorstelling en een aantal taalgrappen ook werkelijk grappig blijken. Over het algemeen ging de helderheid van acties zoals Büchner deze bedoelde echter wel verloren in de chaos van deze bewerking, waardoor de tekst het diep zwarte en trieste voor mij ook verloor.

In de inleiding op de voorstelling beweren de acteurs dat deze voorstelling juist door het groteske acteren van een aantal acteurs en het in tegenstelling tot de stijl van De Volder naturalistische spelen van het hoofdpersonage enorm persoonlijk is. Niets was echter minder waar, de voorstelling was een uitroepteken van het groteske en naast het gestileerde en uitvergrootte spelen slaagde de heftige grime er in niets in om dichter bij mij te komen.

Een derde punt was de opera-achtige muziek die sfeer versterkend zou moeten werken en op sommige momenten als een extra personage zou moeten fungeren. Het voelde echter alsof de momenten waarin zang en spraak gecombineerd werden dubbelop waren, om niet te zeggen dat de muziek de acteurs vastzette in een kooi waardoor de personages niet ver genoeg konden reiken. Daarnaast heb ik persoonlijk een enorme afkeer voor het gebruik van (gezongen) muziek als dit niet live is omdat dit sowieso vaak beklemmend aanvoelt.

Gelukkig sloot de voorstelling af met een moment waarin muziek, spraak en spel op een ontroerende manier samenvielen in de dochter van Frans en Marie. Het meisje dat niet kan praten, geen moeder meer heeft en geen toerekeningsvatbare vader en zich door het niet kunnen spreken vergrijpt aan muzikale klanken om toch haar tragische gevoelens te kunnen uiten en zo aan het einde van de voorstelling toch nog diep weet te raken als het mes dat net haar moeder van haar heeft weg genomen.

Melpomene gezien 08/02/2011
<< < 232425 > >>
Syndicate content