Al dat positive nieuws over Elementarteilchen, het is om misselijk van te worden. Ik vond het (net als Anatomie Titus trouwens) een buitengewoon langdragige voorstelling met een vaag begin dat ik me al niet eens meer herinner en met daarna heel veel gedetailleerd, maar muf en zielloos geouwehoer over seks. Uiteindelijk blijft er weinig anders over dan een optelsom van twee soap-stories (van platte seks naar ware liefde naar terminale kanker schuine streep zelfmoord) met daaroverheen een waterig sausje over ‘de nieuwe mens’. Die Duitstalige regies van Simons zijn de Nieuwe Kleren van de Keizer. Een arty-farty decortje, acteurs die declameren in plaats van toneel spelen, op gezette tijden een sfeermakend muziekje (Beatles! Melanie! Gaat de cd-kast van Simons niet verder?), en critici die elkaar achterna lopen in hun jubelzangen. Sorry, maar ik vond er geen bal aan. Ik wil spelers zien die zich uit de naad werken! Schmink ruiken! Zweet! Messcherpe dialogen! Tempo!
Prachtig verteltheater waarin Chris Nietvelt uitblinkt. Wat een prachtige performance, en zo niet hysterisch zoals we vaker van haar zagen, maar zo blij, zo eng, zo nieuwe mens en zo geflipt als 60-er jaren mevrouw die schitterend uit haar dak gaat op Ruby Tuesday van Melanie. De andere (Duitse) spelers vertelden mooi het verhaal van De Nieuwe Mens die ondanks alle perfectie toch maar niet echt gelukkig kan worden. De vrouwen waren misschien iets te jong voor hun rol, maar dat is een detail. En van de mannen was vooral de rol van Bruno hartveroverend. Johan Simons is een talent om te koesteren. En dat gaat dan naar Gent… Haal die man onmiddelijk terug naar Nederland!
Houellebecq ziet het avondland aan individualisme ten onder gaan. De vijf personages uit diens boek moeten, in deze theatrale vertelling, van Johan Simons bijgevolg ongemakkelijk bewegen, voor zover ze niet in krampachtige poses moeten staan. Twee acteurs, drie actrices en lastige, hobbelige vloer - dat is al.
Stabiliteit en bestendige relaties ontbreken in het leven van Bruno, Michel en de vrouwen in hun leven. We zien die levensverhalen in een voorstelling die vertellend, langzaam en gestyleerd is en vol poses zit. Iets te vertellend, te langzaam, te gestyleerd en te geposeerd, als je het mij vraagt. En hoewel die houdingen voor sommigen de pijn van o.a. Bruno invoelbaar maken, zag ik toch vooral twee sukkelige zonen en een buitengewoon egocentrische, maar wel leuke, gekkin als moeder. Maar minder heftig, minder hartstochtelijk dan in de vormgeving van die andere Johan, zoals ik die enkele weken geleden zag. Die productie beviel me toch iets beter, moet ik bekennen.
Johan Simons is een interesante weg ingegaan en ik moet zeggen dat de manier van spelen, decorbeeld en publieksopstellingen mij erg bevallen. Alleen hadden de Duitse acteurs nog wel een beetje moeite om de nonchalante speelstijl goed uit te voeren, die door Chris Nietvelt moeiteloos wel erg goed werd tentoongesteld.
De vloer waar de spelers op staan is een geribbeld wateroppervlak of een uitgerekt DNA-string. Het zorgt ervoor dat de twee mannen, die zekerheid en vaste grond zoeken, niet alleen door hun belevenissen en ongeluk in hun leven, die zekerheid nooit zullen vinden, maar het wordt ze door de vloer ook fysiek onmogelijk gemaakt.
Het nummer waarop de moeder helemaal uit haar dak gaat tussen haar zoons is een krachtig beeld, maar qua lengte is het nog net vol te houden.
PS. Wat een mooi gebouw dat Muziekgebouw aan ‘t IJ! En zeker de manier waarop het decor van de voorstelling bij de zaal paste vond ik opmerkelijk goed.
De allianties van Johan Simons en zijn eigen hofhouding, houden ons behoorlijk bezig deze dagen. Qua distributie zit deze regisseur op een hoge top.
‘Elementarteilchen’ wordt deze week getoond in het Muziekgebouw aan’t IJ. Het is een theatrale navertelling van de roman ‘Elementaire deeltjes’ van Michel Houellebecq.
Het aardigste van deze theateromzetting, vond ik dat de vrouwelijke personages letterlijk aan het woord kwamen. In het boek blijven zij veel meer op de achtergrond. Doordat zij wat meer te vertellen krijgen, ontstaat er een harmonieuzer en naar mijn gevoel ook juister perspectief op het geschetste leven. Houellebecq zelf maakt het wat mij betreft op dat punt te bont door alleen van de hulpeloze, cynische “mannelijke” bril gebruik te maken. Het lijkt alsof hij persé het kind met het badwater wil weggooien. Dit levert weliswaar artistieke duidelijkheid op, maar de visie die overblijft doet denken aan het wereldbeeld van een melaatse in een melaatsenkamp: totaal hopeloos en voor de rest van de wereld niet ter zake doendend.
Daarom ook vond ik het goed dat de voorstelling zich tamelijk droog concentreerde op de beschreven levensverhalen van de figuren, en de onheilszwangere, apodictische bewijsvoering waarmee Houellebecq hun ongelukkige levensloop verklaard, voornamelijk achterwege liet. Nu waren het ‘verhalen over het menselijk leven op het einde van de twintigste eeuw’, waarbij omwille van de pret de hyperbool de maat was, en niet representativiteit.
En van die verhalen heb ik gisteravond erg, erg genoten. Ze werden in prachtig hedendaags Duits verteld en in een tempo waarvan je zou willen dat het hele leven zich erin afspeelde: precies goed.
Ook prachtig was de blanke houten hobbelvloer die het de Schauspieler mogelijk maakte om hele duidelijke, veelzeggende lichaamshoudingen in te nemen. Bovendien paste deze houten vloer wonderschoon bij het interieur van die nieuwe grote muziekzaal, waarvan de wanden betimmermerd zijn met blanke houten latjes, en die (oh geluk!) een geweldige accoustiek heeft. Die accoustiek hielp enorm gisteravond.
Maar wanneer Simons echt het verlangen heeft om ons iets in te peperen, dan zal hij er nog een schepje bovenop moeten doen. Persoonlijk hoop ik echter dat hij de logos van de dramaturgie, waar hij de laatste tijd zo hard een puntje aan probeert te zuigen, weer even laat voor wat het is en weer ernstig met zijn acteurs op zoek gaat naar interessante rollen. Want artistiek gezien vind ik er, voor iemand die op zo’n hoge top zit, teveel valse lucht tussen zitten.