Deze voorstelling is volgens mij een verkapte auditie van Olivier Provily voor de filmacademie. Ik snapte niet waarom ik hiernaar moest kijken in het theater. Hyper-Realisme waar je je alleen maar zit te irriteren omdat je niet kan inzoomen op de reakties van de spelers. Ze zeggen ‘het gaat regenen…’ en ja hoor we krijgen regen! Er is geen blik, geen gebaar en geen spanning die ook maar een beetje theatraal is.
Maar Olivier Provily heeft het nog niet geheel afgedaan voor mij. Hij toont zich een zeer stijlvast regisseur en de acteurs spelen goed (wat aan hunzelf te danken is denk ik), waardoor er een constante sfeer ontstaat die wel interessant is maar voor geen meter aankomt of beklijft. Ik hoop de volgende keer op iets waarvoor ik weer weet waarom ik in het theater zit. Dit ‘aanstormend talent’ moet zich nog maar bewijzen.
Olivier Provily stelt zich dienstbaar op aan deze tekst van Jon Fosse, en dat is zeer te waarderen. Dat doet recht aan de tekst, die donker en ruig Noorwegen combineert met de warmte van het eigen (houten!) huis en de schoonheid van de eenzaamheid. Een stille voorstelling waarin alles tussen de uitgesproken woorden gebeurt. Maar daar gaat het ook mis. De beelden in de enscenering zijn mooi, de sfeer is goed, maar het zindert niet tussen de woorden door. De suggestie van Fosse is niet voelbaar. Het acteren is te expliciet, vol veel betekenende blikken en gebaren. Te uitgesproken. Provily heeft er een Ibsen van gemaakt.