Verbazing is het woord van vandaag.
Verbaasd was ik niet dat mijn (verstandelijke beperkte) broer nou net deze voorstelling wilde gaan zien. Hij zag een bekend gezicht (Chantal Janzen, deed overigens niet mee en is toevallig op deze dag bevallen van een zoon) in het theaterboekje en dat is een hele goede reden om een voorstelling te kiezen. En het was voor mij een goed excuus om een voorstelling als deze ook eens mee te maken.
Ik was wel verbaasd dat de conventies van het Theater van de Lach ergens in een collectief geheugen van het publiek aanwezig zijn. Want de lachsalvo’s vlogen mij om de oren op momenten dat een gekke bek getrokken werd en er werd geapplaudisseerd voor de overdreven houding waarin Jon van Eerd één van zijn medespelers de oren van haar kop probeert te schreeuwen.
Verbazing ook over de eerste verduistering, bedoelt om aan te geven dat het voorgaande niet direct aansluit op het komende. Daar werd gebruikt van gemaakt om eens flink te applaudisseren voor de eerste scènes, alsof het er even uit moest, die blijk van waardering.
Verbazing over de grote hoeveelheid flarden van gesprekken die ik in de pauze en na afloop opving over dat men eigenlijk nooit naar dit soort voorstellingen gaat. De één denkt er laatdunkend over, de ander komt überhaupt nooit in een theater en weer een ander komt alleen voor cabaret naar het theater. Toch vond iedereen het leuk.
En ik ben ook verbaasd over mezelf, behorend tot de groep die er laatdunkend over denkt, dat ik het toch om gelachen heb. Toch verbaasd was over de precisie en de snelheid waarmee er gespeeld werd. Ook was ik verbaasd over het feit dat er geen moeite is genomen om het stuk te actualiseren afgezien van wat actuele grappen bleef het zich afspelen in de jaren 60. Samen met de soms slechte verstaanbaarheid verdiend dit een tomaat, de rest was verbazingwekkend te waarderen.