Tot mijn verbazing stonden de kranten bol van gemopper over ‘Alice in bed’. Annemarie Oster noemt het monoloog in de Volkskrant (9/6/00) ‘zelden een buitenpretje’. Het is ook nooit goed, denk ik dan. Eindelijk een stuk van een gevierd auteur, Susan Sontag, eindelijk opgevoerd door een combinatie van een Nederlands en een Amerikaans toneelgezelschap, eindelijk theater waarin met ‘nieuwe media’ wordt geëxperimenteerd. Iets wat overigens niet hoeft, maar de op- en neer-bewegende voorwerpen en filmprojecties maakten het geheel erg bijzonder. Het monoloog werd prachtig voorgedragen- jammer dat het niet besteed was aan sommige hotemetoten in het publiek.
Is het een tussendoortje voor Ivo? Heeft hij zich laten inpakken door de videokunstenaars? Ik weet het niet. De voorstelling heeft in ieder geval een hoog nieuwe-kleren-van-de-keizer-gehalte, en dat is jammer, want het stuk van Susan Sontag is prachtig en de video bij vlagen ook. Graag nog een keer opvoeren met wat minder poeha en wat meer tijd. (door Robert Wilson ofzo…)
Prachtig visuele voorstelling. De droomscène zal me lang bij blijven. Een surrealistische sfeer werd gecreëerd, die helaas snel wegviel toen de inbreker het toneel opkwam. De schakelingen van Joan Macintosh tussen de personages was briljant. Begrijpelijk dat er boventiteling was, maar wel afleidend. Hiervoor een blik, maar een extra gewei voor het Cockney van Jorre Vandenbussche.
Indrukwekkend is het moment waarop Jane Macintosh liefdevol gedrapeerd wordt op wat later een halve lichaamsvorm blijkt te zijn binnen een mooi vormgegeven klinische sfeer. Maar de videobeelden gaan te snel een eigen leven leiden, van een wederzijdse beïnvloeding video/actrice is nauwelijks sprake. De semiotische ellende die voor de toeschouwer ontstaat wanneer hij tussen videobeeld en fysieke aanwezigheid van de actrice moet kiezen, leidt tot onverschilligheid en lusteloosheid. Niet zeuren, Joan blijft spannend. Dan breekt het moment aan waarop op verholen wijze uit het publiek een silhouet opduikt en zich tegenover het techno-eiland van Versweyveld en de daarin gevangen actrice opstelt. Wat een betekenis wordt hier geconstrueerd! Helaas, een minuut later liggen alle connotaties aan diggelen. Blijkt het om een ordinaire inbreker te gaan, blijkt Macintosh te kunnen lopen binnen een amateuristische mise-en-scène, en duurt het gelukkig niet al te lang meer. Hoe het afliep ben ik vergeten. Tenslotte: vooraf wist ik niet dat er Engels gesproken zou worden. Ik versta die taal nauwelijks, maar dacht dat dat niet zo’n probleem zou zijn. Het schakelen van beeld naar boventiteling was vrij vermoeiend. Alles bij elkaar valt mij dan op hoezeer zo’n multmediavoorstelling het toch nog van taal moet heben, wil je er een touw aan kunnen vastknopen.
Omdat ik een aantal feministische golven verder ben, vond ik (zonder iets van haar gelezen te hebben) mevrouw Sontag ouderwets. Ik herzie mijn mening; geweien voor deze geniale vrouw! Omdat ik al eens eerder iets van Ivo van Hove heb gezien, weet ik dat hij een male-chauvinist pig is. Ik blijf bij die mening.