oude meuk

Artikel

De Regiedagen

Interview Jetse Batelaan

Moose sprak een paar maanden geleden met Jetse Batelaan over muziek, voorstellingen zonder titel en Almere Haven.
-door Paulien Cornelisse

De Voorstelling
Ik weet nog niet hoe mijn voorstelling gaat heten. Misschien 'Als 't licht wordt', dat is ook de titel van een lied dat in de voorstelling komt. Ik heb sowieso nog bijna niets. Wel weet ik dat ik ga werken met amateurs, dat het wordt gespeeld in een sporthal, en dat het gaat over een soort opvangcentrum. Dit is de derde voorstelling van iets dat ik, toen ik het moest beschrijven, maar 'De trilogie van het vluchten' heb genoemd. De andere twee voorstellingen waren 'Ergens staat er nu een iglo leeg', en 'Boswachten'. In de trilogie komen de personages in een situatie, waar ze zich op een gelaten manier aan aanpassen. Ze hebben nooit een echt sterke wil, ze gaan willoos door de mangel. Dat ontroert mij. De personages verlangen wel naar iets anders, maar het komt nooit tot daadkracht. In hoeverre ik mezelf daarin herken, tja, ik hou ook niet van ruzie, en ik herken de bevreemde blik van mijn personages, de verwondering. Maar verder niet. In dit laatste deel moet overigens wel een glimp van een uitweg te zien zijn, een soort opluchting.

De Mens
Ik kom uit Almere-haven. Ik speelde altijd toneel, maar eigenlijk hield ik vooral van sport. Fietsen, rennen, en helpen op een boerderij. Ik wilde politicologie studeren, dan leraar geschiedenis worden, en dan heel veel door de wereld fietsen. Maar in die fantasie zat er stiekem ook al een klein kostuumpje in de zadeltas, zodat ik op dorpspleinen zou kunnen spelen. Kunst vond ik te elitair, te ijdel. Toen ik geblesseerd raakte aan mijn knie, viel mijn plan echter in duigen, en merkte ik dat ik in de politicologie ook geen echte ambitie had. Toen ben ik verder gaan denken, en ben ik eerst de theaterdocentopleiding gaan doen. Na een jaar ben ik overgestapt naar de regie-opleiding.

Ik ben er met enorme twijfel aan begonnen. Maar ik ben blij dat ik het gedaan heb, want al vrij snel was er vertrouwen in wat ik deed. Ik heb me de pleuris gewerkt, en ik vind het heel erg fijn dat er iets is waar ik zo van kan wakkerliggen, al is dat ook slopend. Als ik iets wil, dan zorg ik ervoor dat het gebeurt. Al moet er een wand gesloopt worden en moet mijn auto naar binnen rijden.

Dat neemt niet weg dat het eerste halfjaar van de opleiding de meest verschrikkelijke tijd van mijn leven was. Ik verzon niets. Mijn zelfwaardering was nul, ik voelde me een klein torretje. Toen heb ik iets slims bedacht: ik moest naast de opleiding ook nog iets doen om zulke 'woestijnperiodes' te ondervangen. Ik ben toen gaan werken in een logeerhuis voor verstandelijk gehandicapten. Dan kon ik in ieder geval denken: 'Als ik deze jongen niet verschoond had, dan liep hij nu nog met een poepluier rond.' Dat hielp wel. Verder zijn er natuurlijk crises rond elke voorstelling, maar die vergeet je weer. De eerste voorstelling waar ik echt tevreden mee was, daar heb ik twee uur van kunnen genieten, daarna was ik alweer aan het denken dat mijn volgende voorstelling dit niet zou kunnen overstreffen, en dat dit het dan was geweest voor mij. Gelukkig komt er tot nu toe steeds weer iets in me op.

De Muziek
Muziek is belangrijk in mijn werk, en daarom baal ik er ook zo van dat ik er weinig vanaf weet. Mijn ouders zeiden vroeger al dat ik er spijt van zou krijgen, maar ik wilde liever op de vogelclub. Dat is trouwens ook goed geweest, want mijn voorstellingen gaan vaak over de natuur. Er komen ook altijd dode dieren in voor. Zang gebruik ik omdat ik eigenlijk heel dol op musicals ben. Het is zo absurdistsich, dat er ineens allemaal mensen in gezang uitbarsten! Ik vind dat dat in het echte leven ook zou moeten gebeuren. Ik was eens met vrienden naar Zweden gefietst, en toen bedachten we hoe zonde het was dat er uit een van die meren niet ineens onze Aardrijkskundeleraar opsteeg met een duikerspak. Daar zou ik wel een voorstelling over willen maken, dat zo'n man dan wèl op duikcursus gaat, die jongens volgt, en zorgt dat hij op het juiste moment uit het meertje omhoog komt.

De Opvoeding
Politiek was bij mij thuis wel aan de hand. We plakten posters voor de PPR, een christelijke milieu partij die later is opgegaan in Groen Links. Mijn ouders zijn van huis uit gereformeerd, maar hebben mij atheïstisch opgevoed. Toch heeft dat gereformeerde een invloed. Ik zeg wel eens voor de grap tegen mijn ouders dat ik gereformeerd theater maak. Mijn stukken gaan namelijk vaak over 'je ondergeschikt maken', en over soberheid. Emotionaliteit zit diep onder de oppervlakte. Ook ben ik opgevoed met het milieudoemdenken, wat op het gereformeerde denken lijkt: het idee dat je al schuld hebt omdat je in dit land leeft. Stiekem ben ik wel een emotionele doedel, maar dat moet dan maar in een gezongen stukje.

De Ambitie
Het gaat vrij rap met mij, dus er is niet veel ruimte voor ambitie. Ik vind het een beetje gênant om te vertellen, maar theatergroep Carver, die ik heel erg bewonder, heeft mij gevraagd om een voorstelling van ze te regisseren. Komend jaar kan ik niet, maar het jaar daarop zou dat dan moeten gebeuren. Eerst ga ik een voorstelling van Loes Luca en Arjan Ederveen regisseren. Ik vind het heel spannend, maarja, ze hebben me gevraagd, dus dan moet ik het maar doen. Iets stils en ingetogens, dat lijkt me leuk bij Arjan en Loes, want ik denk dat ze dat in zich hebben. Over authoriteit maak ik me geen zorgen. Ik ben best bazig, en verder heb je als regisseur het grote voordeel dat je niet zelf bezig bent met spelen, en dus kan zien wat er gebeurt. Dat kunnen de spelers niet.

25/6/03 16:21

Gerelateerd

  • Interview Elske Rollema, (Boulevard 13/8/03)
  • Interview Björn Sluiter, (Boulevard 12/8/03)
  • Interview Pepijn Cladder, (De Regiedagen 22/6/03)
  • Interview Valentijn Fit, (De Regiedagen 19/6/03)
  • Interview Martine van As, (De Regiedagen 13/6/03)
  • praat mee

    schrijf een mini