theaterpraat

Van Leeuwen: Cultuurnota uitdunnen

Kunstinstellingen verzetten zich tegen plannen van staatssecretaris Van Leeuwen om de Cultuurnota minder toegankelijk te maken. De plannen vormen een ingrijpende wijziging van het huidige subsidiesysteem: werkplaatsen, productiehuizen, festivals, podia en muziekensembles zouden hun aanvraag voortaan moeten richten aan het Fonds voor Podiumkunsten en Amateurkunst (FAPK) en het Fonds voor Podiumprogrammering en Marketing (FPPM). Deze vijf categorieën instellingen vormen nu 22 procent van de totaal 450 instellingen die via de Cultuurnota gesubsidieerd worden. Ze nemen 5 procent van het budget in.
Het voornaamste argument voor deze wijziging is de overbelasting van de Raad voor Cultuur tijdens de vorige beoordelingsronde, in 2000. Toen kreeg de Raad veel kritiek van aanvragers vanwege de onduidelijke motivering van de toe- en afwijzingen. De Raad voor Cultuur heeft echter al van Rick meer middelen gekregen om de beoordeling soepeler te laten verlopen. Volgens Bert Holvast, directeur van de Federaties van Kunstenaarsverenigingen (FVKV) is daarmee het probleem opgelost: “Waarom moet het systeem dan nog op de helling?”. Bovendien vrezen de instellingen gevaar voor de vernieuwende en experimentele kunstvormen, die juist vaak gemaakt wordt bij de werkplaatsen en productiehuizen. Deze ‘integrale advisering’, waarbij de Raad voor Cultuur het hele veld bij betrekt, is ook voor de Raad zelf reden om haar zorgen uit te spreken over dit plan. (Volkskrant, 27/2/03)

zie ook: RvC: minder spreiding door FPPM