Flink wennen op de eerste avond van De Boulevard. Eerdere jarengingen we natuurlijk keurig na de voorstelling met de trein terugnaar Amsterdam, nu blijven we slapen. Het is de warmste vrijdagavondvan het jaar, het bier vloeit rijkelijk en ‘Aché Havana’ tetterttropische klanken in onze oren.
Veel drank en veel muziek. Zoals dat hoort op een festival. Het blijkt niet de ideale omgeving voor redactionele besprekingen of voor wat voor soort bespreking dan ook.
Het volop aanwezige publiek staat in de rij om achter onzepublieksterminals plaats te nemen. Vooral om hun mail te checken ofspelletjes te spelen. Oké, de flatscreens zijn geil, maar hebben demensen thuis geen internet? We hebben er een hele taak aan de mensenduidelijk te maken wat een Minirecensie is of soms zelfs het festivalzelf. Een licht aangeschoten maar goedmoedig figuur is stomverbaasd: “Is er ook theater dan?” Verder vinden bierende jongens dat we met een aardappel praten en wij vinden ze dan stom. Gelukkig zijn er ook bezoekers die een Minirecensie schrijven of die wat rondsurfen op de site. Nog niet veel festivalscores, men kijkt de kat nog even uit de boom.
Op zo’n eerste avond gaat iedereen natuurlijk eerst een beetje hetfestivalterrein bekijken, lachen om de rare poppen van Snuff Puppetsen een biertje drinken. Biertjes drinken is een geweldig onderdeelvan Boulevard. Dat hoofdsponsor Dommelsch voorop de t-shirtjes staaten Boulevard achterop klopt aardig bij de sfeer op de Parade.Backstage rusten er minder artiesten dan horecapersoneel, de nazitbegint pas als de taps gespoeld zijn. Later in ons luxe viersterrenhotel lukt het ons om in korte tijd onze krabbels tot artikelen om tewerken en besluiten we dat we alles anders moeten doen: gewoonmeedrinken.