Nu de opvolging in Arnhem bekend is (wat vinden jullie d’r eigenlijk van?) vinden de grote ‘mergers & acquisitions’ plaats op andere terreinen. Jeugdtheater bijvoorbeeld, waar Huis a/d Amstel niet met het Syndicaat praat over fusie (zoals ik eerder suggereerde), maar met Wederzijds. Ook De Krakeling is bij de gesprekken betrokken. Wie precies de leiding zal krijgen en wat de plannen zullen gaan worden is nog niet bekend, maar in ieder geval willen de twee groepen samen een van de twee grote jeugdtheatergezelschappen worden die de Raad voor Cultuur voorstelt. De nieuwe Krakeling zal dan de thuisbasis worden, want het theater zal het huidige pand in 2012 moeten verlaten.
Verder is het zeer onrustig in Productiehuis-land. In Amsterdam zijn het Gasthuis als de Nestheaters aan het praten over verregaande samenwerking. En in Utrecht zijn er voorzichtige gesprekken tussen Huis a/d Werf en Kikker, die misschien wel willen fuseren, en er wordt zelfs over nagedacht of dit niet de basis kan zijn voor het nieuw te vormen stadsgezelschap van Utrecht, omdat de Paardenkathedraal zich op dat punt bijzonder stil houdt.
Tenslotte: Minister Plasterk van cultuur zal dit jaar de Staat van het Theater uitspreken als opening van TF-1 op 30 augustus. Ik verwacht echter niet dat zijn speech net zo veel stof zal doen opwaaien als die van Ivo een jaar geleden. De timing is daarvoor net te onhandig: twee maanden na zijn langverwachte reactie op het Raadsadvies (komt op 2 juli) en drie weken vóór Prinsjesdag.
Gelukkig zwerven er hier en daar al wat pamfletten rond. Jonge makers zijn bezig, net als een aantal groepen uit het kleine zalen circuit. Daar horen we vast snel meer van…
reacties
Bij stukje en beetje wordt duidelijk wat er zich achter de schermen heeft afgespeeld. Sollicitanten als Jetse Batelaan, Lotte vd Berg en Willibrord Keesen werden afgewezen zonder gesprek en zonder dat iemand van het bestuur de moeite nam om een voorstelling te bekijken. Voor de vorm werden er enkele sollicitanten opgeroepen voor een gesprek maar alleen Erik Whien, de kandidaat van Rob Ligthert, werd serieus genomen. Hij kreeg het artistiek leiderschap aangeboden maar weigerde. Hij schrok terug voor de zwaarte van de baan. Rob Lighthert verklaarde in de Theatermaker dit voorjaar dat hij zich niet met zijn opvolging bemoeide maar volgens geruchten rond het gezelschap bleef hij achter de schermen voortdurend stemming maken bij het bestuur. En dat legde zijn oor bij hem te luister. Zo werd er een intendantenstructuur verzonnen, Ligthert-getrouw Klinkenberg kreeg de baan en Erik Whien kon alsnog worden binnengehaald als vaste regisseur.
Deze procedure is een teken aan de wand. Zo’n belangrijke beslissing voor het toneelbestel wordt overgelaten aan o.a. een politiecommisaris en de voorzitter van Vitesse. Volgens de regels helemaal correct. Er klopt dus iets helemaal niet aan de regels. Er is op zich niets tegen Erik Whien of Marcus Azzini, die timmeren prima aan de weg. Maar zo zijn er meer. Er was zoveel meer mogelijk geweest dat niet serieus bekeken is. Met de nieuwe basisinfrastructuur krijgen de besturen nog meer macht dan ze hadden, want zij kunnen niet meer opgeheven worden. Laat de minister deze grove weeffout in het toekomstige bestel snel wegwerken en regels opstellen voor de benoeming van artistiek leiders. Is het bijvoorbeeld geen goed idee dat de Raad voor Cultuur bij dit soort benoemingen betrokken wordt? Of dat er in ieder geval verplicht mensen met aantoonbare kennis van het veld in de sollicitatiecommissie worden benoemd?