theaterpraat

In Berlijn is de eerste voorstelling van het vernieuwde Berliner Ensemble in première gegaan. De geest van de oprichter van het theater, Bertolt Brecht, heeft te lang door de gangen gewaard, aldus de nieuwe intendant Claus Peymann. De eerste voorstelling onder zijn leiding is ‘Brecht-Akte’, een nieuw stuk van George Tabori over het verblijf van Brecht in Hollywood ten tijde van het uitbreken van de Koude Oorlog en de communistenjacht van senator McCarthy. Het is een eerbetoon aan, maar ook een afrekening met de oude meester. Pers en publiek waren enthousiast: “Brecht wordt neergezet als een krimpende Germaan, die op een goede dag in de aktentas kan worden opgeborgen, zodat de nieuwe huurders van het theater hem kunnen ontgroeien”, aldus een Berlijnse theatercriticus. Niet iedereen is echter zo hoopvol. Met name de Berlijnse collega-intendanten van Peymann reageren vijandig. “Wat willen deze oude mannen? Voor ze in het graf springen nog één keer op hun grafsteen dansen?”, vraagt Thomas Ostermeier, de 31-jarige leider van de Schaubühne zich af. Peymann (62) laat zich niet intimideren en kiest voor een degelijke programmering voor een burgerlijke doelgroep (‘Hamlet, ‘Tartuffe’, Kroetz en Handke). Zijn enige twijfel is of hij Oostenrijk niet wellicht te vroeg heeft verlaten… (NRC, 14/1/00)

zie ook: Claus Peymann wordt de nieuwe intendant van het Berliner Ensemble