Op 1 april begon Geert Overdam aan zijn nieuwe baan als directeurvan Theaterfestival Boulevard in Den Bosch. Halverwege hetfestival spraken wij met hem. Een gesprek over risico’s,verwachtingen en randen die schuren.
Halverwege
“We zijn nu halverwege en je kunt al een aantal trends zien. Door dewarmte is de horeca-omzet duidelijk gestegen. Een aantalvoorstellingen loopt minder, andere zijn weer uitverkocht. Het valterg mee, de voorstellingsopbrengst is agressief begroot en deinkomsten uit horeca defensief, dan kom je meestal wel in balans.Wat me vooral opvalt is dat de voorverkoop veel minder is dan delosse verkoop op het festival. Misschien is dat het euro-effect?”
“Veel mensen ervaren de Corridor als rustiger. Ik denk dat dat komtomdat je beter kunt rondlopen; de Corridor is nu transparanter danvorige jaren en hij is anders opgesteld, waardoor je veel meerruimte krijgt voor het Theater aan de Parade. Kortom, volgens deoudgedienden in de organisatie zijn er net zoveel mensen als vorigejaren, maar we zijn nu nog niet echt aan het tellen. Bovendien: hetis mijn eerste jaar, dus ik heb zelf nog geen referentiekader.”
Keuzes
“Jullie schreven dat er geen keuzes gemaakt zijn in deprogrammering, maar daar ben ik het niet mee eens. Ik heb er in detheaterprogrammering voor gekozen om veel werk te laten zien vanBrabantse clubs. Ik vind dat dit festival ook een etalage moet zijnvoor makers die hier wonen en werken. Ik wil dan wel dat ze nieuwwerk maken voor Boulevard, maar verder geef ik ze dan carte blanche.Op het plein staan de tentjes met een kleine voorstelling. Veel vandie mensen staan daar al jaren en het publiek verwacht ze daar ook.Ik heb dit jaar voor het festival met alle makers in gesprek gegaanover hun artistieke ambities. Bij een paar acts vond ik die te mageren die heb ik dan ook geschrapt.”
“Maar je moet wel begrijpen: ik ben op 1 april begonnen en eind meimoest het programmakrantje af zijn. Ik had dus niet bepaald de tijdom mijn stempel te drukken. De muziekprogrammering was bijvoorbeeldal grotendeels rond. Er staan dan ook een aantal acts die ik zelfniet zou boeken. Dat gaat niet om de kwaliteit van die bands, maarhet is een theaterfestival en ik zoek muziek die daar goed bijpast. Ik wil, zeker hier op de Parade, acts programmeren die deranden opzoeken van wat het publiek verwacht. Het publiek verwachtop een festival vermaakt te worden en ik wil de mensen nietteleurstellen, maar ik wil ze ook confronteren met iets dat zemisschien óók leuk vinden.”
Toekomst
“Ik weet nog niet wat ik met het plein wil, als de Corridor er nietmeer is. De Parade is de huiskamer van Den Bosch, het moet gezelligblijven. Met deze opstelling van de Corridor is het plein nu opener.Het idee achter de Corridor was een breuk te maken met de nostalgienaar de Boulevard of Broken Dreams. Maar het plein moet wel anders.Ik wil dat datgene wat in de plaats gaat komen van de Corridor meereen work-in-progress blijft. De kunstenaar die het gaat maken, moetlanger betrokken blijven bij de vorm. Ik ben nu in gesprek met deStichting Kunst in de Openbare Ruimte over wie dat moet gaan doen.”
“In de theaterprogrammering moet er altijd een spektakelvoorstellingzijn, maar dat hoeft niet per se een circusvoorstelling te zijn,zoals dit jaar. Ik wil op zoek naar spektakel dat artistiek ookinteressant is. Ik ga maar eens scouten in Spanje en Adelaide.Verder wil ik aandacht blijven geven aan jonge theatermakers enBrabants aanbod. En ik wil heel graag internationaal werkpresenteren, maar daar is nu helemaal geen geld voor. Daarom gaan wesamen met Oerol kijken of we gezamelijk grote, internationalelokatieprojecten naar Nederland kunnen halen, of misschien zelfscoproduceren. Er zijn nu te veel popconcerten, en daarvoor isBoulevard niet het podium. Ik zoek dan liever de cross-over en ikdenk er ook nog over om één muziekpodium weg te halen.”
Artistieke opvattingen
“Ach, dat heb ik wel gehad. De wereld ziet er nu heel anders uit danik ooit hoopte dat hij zou worden. Ik vind dat er zo veel is dathard en kil en egocentrisch is. Ik ben op zoek naar eentegenbeweging: naar verstilling, dialoog en concentratie. Hetmooiste moment vind ik iedere dag tussen kwart voor een en een uur’s nachts. Alle muziek is dan uit en je hoort alleen nog maar mensendie iets met elkaar hebben. Dan wordt de tijd echt even stil gezet.Dat is wat ik wil. Dat is ook wat ik zoek in de makers, als maker enals mens. Maar eigenlijk kun je het beste mee gaan met ‘Hartstocht’.Die voorstelling maakt duidelijker wat ik bedoel dan wat ik ook zoukunnen zeggen.”
Geld
“Kijk, het wil er bij mij ècht niet in dat je theatermaker bent diegedurende drie seizoenen in het jaar in de theaters werkt je wèlgeld krijgt en je geen geld krijgt als ervoor kiest om in de zomerbuiten de theaters te werken. Theater moet het hele jaar door kunnengaan. Als festival zit je in een rare spagaat: ik wil artistiekinteressant programmeren, maar om dat te doen heb ik sponsorgeldnodig. En die sponsors hebben totaal geen interesse voor de inhoud.Sponsors willen in beeld met vlaggen en logo’s en dat gaat jeidentiteit zo bepalen. Dus om een risicovolle programmering tekunnen maken moet er gewoon rijksgeld bij, we moeten in deCultuurnota. Daarnaast ben ik heel veel tijd kwijt met regelen enafstemmen van die sponsoring, tijd die ik liever stop in deprogrammering.”
“Men heeft er bij de Raad voor Cultuur geen idee van met hoeveelinspanningen we dit festival voor elkaar krijgen. Er werken nu 250man hier op en rond het plein, maar de rest van het jaar zijn we metz’n drieën en niet eens fulltime. Als ik dan het bereik en desubsidie per bezoeker uitreken dan leveren wij een enorme prestatievergeleken met de reguliere schouwburgen en gezelschappen. En onspubliek heeft een diversiteit waar de meeste groepen alleen maar vankunnen dromen. De grotere festivals moeten nu echt worden bijgestaananders kunnen sommige groepen er niet meer staan en glijdt deprogrammering af naar amusement. Ik moet de financiële ruimte hebbenom aanbod wat ik wil laten zien te kunnen betalen. Anders wentelenwe al het risico af op een groep makers die er voor gekozen heeftin dit seizoen buiten de reguliere theaters voorstellingen te maken.”