In ‘De Lady Macbeth uit het district Mtensk’ van de Appel staan de drie acterende leden van de familie Linssen op het toneel: vader Carol, dochter Judith en moeder Christine Ewert. Carol: “Wat we gemeen hebben is dat we geïnteresseerd zijn in het surreële, in de droom. Voor ons is dat een werkelijkheid.” Christine: “We zijn nu eenmaal een expressieve familie. Door te spelen wordt het lichter in deze kille wereld en ontstijg je aan de zwaartekracht. Het is het principe van Icarus. In kunst verken je grenzen.” Judith: “Tegen een kleuterjuf vertelde ik dat mijn vader bij het circus zat en gewichtheffer was.” Carol, verbaasd: “Maar dat ben ik toch? Tors je als mens niet van alles mee?” (Telegraaf, 31/12/98)