Een seizoen later is deze voorstelling enorm gerijpt en nog beter geworden dan ie al was. Met het decor had ik niet zoveel en de regie is degelijk te noemen. Maar wat een tekst! En vooral: wat een spel(regie)! De vier acteurs zijn ontzettend aan elkaar gewaagd en spelen prachtige, gelaagde, personages. De voorstelling in eerste instantie vooral erg hilarisch, maar wordt gaandeweg steeds confronterender (voor een dertiger dan…) en uiteindelijk zelfs ontroerend. Wat kan toneel toch lekker zijn!
Misschien is er in een jaar wel wat veranderd, maar ik heb genoten van deze voorstelling. Heel indringend stuk en heel goed en overtuigend gespeeld.
Het enige neagtieve punt is dat ik het wel iets te lang vond, maar dat was vooral vervelend omdat ik daardoor snel na de voorstelling weg moest om de trein te halen.
Belichting vond ik ook prima, dat maakte het wat jaren 70 decor spannender.
Mijn eerste ervaring met een stuk van Wittenbols, en deze nederlandse Who’s Afraid bevalt goed. Ad Knippels komt wat tekort om alle complexiteiten van zijn rol neer te zetten, maar Marlou Gorter en Anne Martien Lousberg zetten prima spel daartegenover. Degene die het hemeltergend onzinnige decor heeft ontworpen mag van mij ontslagen worden overigens.
Mijn god wat een ellendeavond. Ik dacht laat ik eens naar een voorstelling van Oostpool gaan kijken. Nou dit was zo vreselijk dat ik dat nooit meer zal doen. Afschuwwekkend decor. Brallende acteurs vooral die gynacoloog. Zogenaamde gevoelens. Ouderwets toneelspel. Visieloze en harteloze regie. Alle basisfouten van toneelspelen kwamen voorbij: niet samenspelen en kijken in het publiek of toute Amsterdam er is en zo voort. En een tekst die probeert te raken aan Albee’s Who is afraid of Virginia Woolf en verzandt in een flauwe Duitse Krimi. Wittenbols durft niet diep te gaan. Zo ook zijn regisseur en het acteursgynacologenechtpaar niet. Wat mij betreft nu al de flater van dit theaterzeizoen. Ik hoef niemand aan te raden het niet te gaan zien want de tournee is god zij dank voorbij. Voor het eerst in mijn leven geef ik een gouden tomaat.
De vergelijking staat op de eigen website van het gezelschap. Men haalt met kennelijke instemming De Gelderlander aan. Het citaat verwijst naar Ibsen en Albee. Toevallig vestigden, lichtjaren geleden, de formidabele Han B.v.d.B. en de formidabele Ank v.d. M. die formidabele “Wie is bang voor Virginia Woolf” onuitwisbaar in mijn geheugen. En, met alle respect, die productie en deze verhouden zich ongeveer als 3 : 1. ‘t Is omdat m’n theatermaat en -mentor Henk E. te Z. me er tijdig op wees dat zonder dat half uurtje te lang en zonder de Ad Knippels over de top en in het rood, we overigens een pakkende en geestige voorstelling hebben gezien. Met een erg goeie Frederik Brom. Dus vooruit, in plaats van louter tomatenpuree toch maar drie geweien. Maar ik blijf er ook bij: het was te lang en te vaak namaakemotie. Twee onverbiddelijke tomaten.
Altijd al een zwak gehad voor de eigenzinnig poëtische teksten met korte gekke zinnetjes van Peer Wittenbols. In de zeer geslaagde productie Zouthuis die ik een jaar geleden in Arnhem zag, waren die vreemde zinnetjes er nog wel, maar al minder dan in zijn stukken als Noordeloos bij De Federatie. In deze voorstelling is die typische Wittenbols-signatuur helemaal verdwenen. Dit moderne liefdesdrama, waarin veertigers zoeken naar de waarheid van liefde en leven, kent soms scherpe teksten. Er wordt bekwaam geacteerd, de dramatische ontwikkelingen zijn zeker niet voor de hand liggend, maar ondanks dit alles raakte de voorstelling me niet erg diep, terwijl het verhaal toch confronterend is. Misschien wilde Wittenbols vooral lekker heftig zijn a là Albee en Norèn en is daardoor en door de toch wat al te brave regie van Rob Ligthert de geloofwaardigheid te veel geweld aan gedaan. Jammer toch, het tandem Wittenbols/Ligthert kan beter.