Geen toneel, wel heel goed. Rake observaties. Ongewoon gewoon verwoord. Knap, spits, ontroerend maar absoluut onsentimenteel. Bewegend tussen cynisch en empatisch. Liedteksten als korte verhalen. Op muziek die op het eerste gehoor simpel aansprekend is. Op het tweede gehoor vol blijkt te zitten met passende dissonanten. Gepresenteerd met vaart, dynamiek en authenticiteit. En ad rem. Maarten van Roozendaal betekent veel meer dan “red mij niet”. Wat mij betreft past hij in het rijtje van Janis Joplin, Tom Waits en Jacques Brel. Zoiets vindt hij, blijkens de flaptekst van zijn boekje, zelf trouwens ook.
In betrekkelijke stilte heeft talent Van Roozendaal zich ontwikkeld. Mooie teksten over alledaags leed, stuwende muziek op bas en piano en goede pers. Maar niet zo veel publiek. Daarvoor is Van Roozendaal misschien te cynisch. Zijn voordracht is meestal heel direct, soms aangenaam theatraal, maar altijd weet hij het publiek te raken. Van Roozendaal opent overdonderend met ‘Eerste gebod’. Het lied met daarin de telkens terugkerende frase ‘Alles draait om mij’ is zo arrogant en zo overtuigend maar ook fragiel. Het memoreren van verschillende lichaamsdelen in ‘Lien’ is komisch en ‘Red mij niet’ is inmiddels het lijflied van onafhankelijke denkers en geniet een cultstatus. Van Roozendaal verkeert in bloedvorm. Ga hem zien, hij is groots.