Het verhaal is simpel. De voorstelling speelt zich af in Club Tangorilla, een nachtclub. 5 individuen op zoek naar geluk, elkaar en zichzelf. Met weinig woorden maken de spelers van Lieber Gorilla alles meer dan duidelijk, waarbij er toch plaats blijft voor eigen interpretatie van het stuk.
Goed punt aan de voorstelling is het toneelbeeld. Flessen, sigaretten, een pisbak, de bar, en de belichting, geen 5 sterrenhotel, en ook geen elite-club, maar een levensechte louche tent.
De vijf personages zijn allen heel verschillend. Ze hebben echter duidelijk een ding gemeen: ze zijn doodongelukkig. Claudia Hauri overtuigd in haar rol als een vrouw die slecht ter been en verlaten, maar wel degelijk dominant is. Momenten van kwetsbaarheid en kracht wisselen elkaar op precies de goede momenten af, ondanks haar gebreken heeft de rest ontzag voor haar. Claudia zet haar personage neer vol allure en stijl. Een stuk minder krachtig maar prachtig breekbaar is de personage van Dagmar Chittka. Zij stort zich wanhopig in de armen van de aanwezige mannen, maar zonder het ware geluk te vinden. Vooral in de fysieke scènes is zij sterk door middel van de soepele, maar toch beheerste bewegingen. Dan de mannen, wederom 3 verschillende karakters, om maar te beginnen met de personage van Reinier Schimmel, die gelijk aan het begin van het stuk de aandacht trekt door zijn tango-duet met… een stoel. Prachtige bewegingen en mooie gezichtsuitdrukkingen. Van zijn gezicht zijn hele verhalen te lezen, die je als bezoeker uiteraard zelf moet vormen, want Lieber Gorilla is “nadenktheater”! Vooral tijdens de Entr’acte, een gedeelte van de voorstelling waarbij er van kleding wordt gewisseld straalt hij slechts in een slip - met bloem - en een haarklem in zijn haar een soort engelachtige man uit, op zoek, maar zonder iets te vinden. Dan is er zijn louche pooierachtige tegenpool in Andreas Scharfenberg, die de dames met heel iets anders probeert te imponeren dan met zijn liefdesdans of zorgzaamheid. Het onvervalste macho imago wordt nog eens extra benadrukt door zijn kleding en houding. Als laatste, maar zeker niet als minste is er dan Luc van Esch, die als gladde jongen begint, maar eindigt als een weerbare aangetaste man. Aan het eind van de voorstelling, als door een door Chittka gezongen lied klinkt, is het behalve aan het publiek dan ook eindelijk duidelijk aan de karakters op het podium: ze zijn verloren, alleen, en zullen het geluk waarschijnlijk niet meer vinden. Ze zijn helemaal op zichzelf aangewezen. Op dat moment kleedt van Esch zich uit en blijft naakt tot het einde van de voorstelling. Hij eindigt als een verlangende Jezusfiguur met een zekere trots over zich, alsof hij zijn ellende niet wil toegeven. Herkenbaarheid van onze eigen ellende alom. Maar vooral van de verdringing van onze ellende. Een gedeelte van het stuk bevat zelfs een ware ‘underground party’ inclusief pillen, drank en een uitgespeelde roes. De scène over het algemeen duurt iets te lang, maar het idee erachter is mooi. Wellicht dat hij in een kortere versie meer indruk zal maken. Maar vooral het sombere gedeelte erna is prachtig, waarin zowel Schimmel maar vooral van Esch tonen dat ze wel degelijk gevoel in hun donder hebben door middel van een voor hen zo te zien zwaar vallend gesprek, namelijk over een verdwenen liefde. Weer ruimte voor interpretaties en emoties. En als je uit de voorstelling komt, komt opeens naar voren wat de kracht van Tangorilla is. Want je voelt je niet wanhopig, je bent niet verdrietig om wat je hebt gezien. Je hebt namelijk ook gelachen tijdens de voorstelling. Het moet allemaal nog even bezinken en op de terugweg ga je erover nadenken. En dat is nou precies wat een goede voorstelling moet doen. Kortom: Tangorilla is op een paar kleine schoonheidsfoutjes na prachtig om naar te kijken, zoals het echte leven: leuk en pijnlijk tegelijk.
Normaal ben ik niet zo’n danstype maar deze voorstelling was heel fijn. In een subtiele mix van dans en Argentijnse tango wordt een verhaal - het eeuwige verhaal - van verval, aantrekken en afstoten verteld. En en passant ook nog even de geschiedenis van de Argentijnse tango. De mensen van Lieber Gorilla hebben goed les gehad: ze vermijden, nee, ze spelen met het archetypische, zogenaamd on-hollandse beeld dat men van tango heeft (en waar dhr. Schaap in zijn recensie met beide benen is ingestapt). Tango wordt ingezet om dat verval en de rokerige, broeierige sfeer die tussen mens-man-vrouw heerst te schetsen, herkenbaar en reflecterend. Herkenbaar omdat menig tangosalon hier ten lande zo is en werkt, reflecterend omdat men daarmee via dans daar een eigen visie op geeft. Bijna zonder oordeel.
Bijna… maar dat kun je beter zelf gaan zien.