Mooi, als je als bijna afgestudeerde acteurs nog een ensemble kunt wezen. De voorstelling is als op een galerie-opening en dat is een spannend gegeven. Ik zit als publiek op de vloer tussen de acteurs en beleef de voorstelling individueler dan ik dat ooit deed. Of ik nu half opeengevouwen zat, met m’n ogen dicht, of vaag voor me uitstarend. Het mag en het voelt goed. Er zijn veel impulsen (kunstwerken) die je zouden kunnen afleiden van de teksten van Botho Strauss. Maar geen overtreft de live schilders van Small Smac. Ik heb 3/4 van de voorstelling het intrige van 2 schilders en 1 trap gevolgd. Wie mag er op de trap?
Goed het verhaal. De personages. Hun relatie. Ik weet het niet. De op zichzelf staande verhalen blijven prima overeind, maar van hun onderlinge samenhang, of het ontbreken daarvan kan ik geen chocola maken. In deze setting wil ik denken en niet snappen.
Het stuk geeft fantastisch weer hoe hol een woord kan zijn en hoe kil de kunstwereld (als ie zich op z’n slechts gedraagd). En toch is de kilte aangenaam. Mmmh…