Een spectaculaire voorstelling, dat staat buiten kijf. Het speelvlak van de Bourla is uitgebreid en ook achteraan werd alles doorgetrokken zodat een immense ruimte ontstaat. Het publiek kijkt vanop de balkons in deze slangenkuil naar het drama.
Luk Perceval zet de grote middelen in: de mentaal gehandicapte acteurs van theater Stap fungeren als de toeschouwers van het drama (een vertederende Guy Dirken als poortwachter), een aantal figuranten draven op als fanfare, commentator en toeschouwer. Maar alles draait rond het echtpaar Macbeth : een overdonderende Wim Opbrouck en een, zoals steeds, imponerende Els Dottermans die in een sleutelscène laten zien dat dit een drama is van een kinderloos koppel (door de impotentie van Macbeth?) die dan maar zelfbevestiging - en revanche? - zoeken in de buitenwereld. Door zijn enscenering en het concept is dit een schitterende, imponerende voorstelling, visueel als inhoudelijk. Met intieme momenten, ondanks de grandeur van de scenografie en indrukwekkende momenten. Toch ligt het tempo wat traag en zijn er teveel dode momenten waarbij de aandacht dreigt te verslappen, zoniet hadden we hier weer een grootse Perceval gehad.
Een vermelding nog voor de belichting, werken in een dergelijke grootse ruimte schept mogelijkheden maar de manier waarop “kleine” mensjes als reuzen worden uitvergroot door de belichting is ronduit schitterend. De symbiose tussen Perceval en zijn scenografe en belichter is, zoals steeds de laatste jaren, schitterend te noemen.
Nee, dan het toneelhuis. Die huren gewoon een complete schouwburg af, inclusief fanfarebandje, kinderklasje en een legertje mongooltjes, smeren een aantal acteurs in met ketchup, rammen de zaalruimte eruit, laten het regenen en creeëren een hysterisch vette Macbeth. Megalomaan? Nogal, maar als Wim Opbrouck brullend met zijn zwaard staat te zwaaien, de fanfare staat te pompen en de mongooltjes in de rollen van de heksen kwijlend Macbeth staan te krijsen, dan komt Luk Perceval heel dicht in de buurt van uber-kunst. Ik was zwaar onder de indruk en weet niet of dit uberhaupt nog wel theater genoemd kan worden. Met dank aan alle acteurs (ik heb niemand zwak zien spelen, allemaal goed man.) Toneelhuis, ik neem mijn petje diep voor uw af.