De tomaat omdat ik spijt had dat ik niet naar een andere voorstelling was gegaan: hier werd me wat te vaak omgekleed in te korte tijd en van de teksten was ik ook niet echt ondersteboven.
Het gewei omdat de zes andere mensen met wie ik ‘Hip’ zag er wél om moesten lachen en bewondering hadden voor het spel van Sanne Vogel.
Mixed feelings over deze ‘Hip’, vooral omdat de geestelijke terreur van hip willen/moeten zijn niet erg origineel ingevuld wordt. Ik heb dat bij Ine te Rietstap tien keer beter gezien. Maar bewondering voor het spel van Sanne Vogel die haar lichaam in de strijd gooit, de grens tenenkrommend tien keer opblaast en overbrengt: dit ben ik, dikke vinger. En een extra gewei voor de ongebreidelde eigen taal - niks ouwelijks, volwassendoenerigs, maar ook niet ‘lekker jong’ - die zegt dus precies hetzelfde: dit ben ik, dikke vinger. Om jaloers op te zijn.