Van het stuk ben ik geen liefhebber, nooit geweest, en ik hield ook nooit zo van het werk van Eric De Volder. Ik heb nou eenmaal (te) weinig affiniteit met kunst over het volkse, over ‘de gewone mens die gewoon zijn natuur volgt’. En ik heb ook geen affiniteit met die groteske regie die me steeds weer aan de zeventiger jaren doet denken. Toch boeit de voorstelling me. Dat komt vooral door de muzikaliteit ervan.
Alleen al die beeldende en poëtische vertaling en de manier waarop de acteurs hun tekst zeggen, waarbij ze vaak overgaan in een soort Sprechgesang. Alleen dat al levert een paar heel fraaie scènes op. Zoals de gedubbelde dialoog tussen Frans en André aan het begin, en het nog mooiere duet van de verleiding tussen de wachtcommandant en Marie. De echte muziek, de composities van Dominique Pauwels en de op de band opgenomen zang, sluiten daar heel mooi bij aan.
Wat de beelden betreft, dat is niet altijd mijn smaak, nogal afstandelijk, nogal veel, en nogal veel heen en weer. Ik vind het een verademing als er - tegen het eind gebeurt dat vaker - wat verstilling in komt. Prachtig vind ik bijvoorbeeld het tableau van de drie vrouwen en het kind, en hoe van daaruit de finale confrontatie tussen Woyzeck en zijn lief wordt opgebouwd.
Dus ondanks het feit dat ik geen liefhebber van het stuk ben, heb ik van de voorstelling genoten.