Het klinkt als een goed idee: een dansvoorstelling gecombineerd met tekst. Vreugdenhil zelf sprak dan ook onlangs in een interview in RAM niet meer van dansers, maar ‘spelers’. Aangezien dans voor mij een behoorlijk abstract medium is, terwijl het toch fascinerend blijft om naar te kijken, was ik erg benieuwd wat dit zou opleveren. Zou het abstract blijven, of zou de tekst andere, mogelijk meer figuurlijke tonen toevoegen, bijvoorbeeld.
De voorstelling is gebaseerd op het onderhand behoorlijk bekende Japanse fenomeen “hikikomori”, waarbij jonge mannen er bewust voor kiezen om zich jarenlang terug te trekken in hun ouderlijke huis, om de totale isolatie op te zoeken, ver weg van de maatschappij met al zijn hoge verwachtingen.
Om kort te zijn: het resultaat valt tegen.
Het heeft alle tekenen van een tekst die doortrokken dient te zijn van het Pijn en Lijden van de mannelijke hoofdfiguur. Hoewel de tekst op plaatsen krampachtig cryptisch probeert te zijn, zijn voorgenoemde tekenen overduidelijk aanwezig.
Het spel van de vrouwelijke speler, Kate Strong, is prettig neutraal. Ze legt enige nuance in de tekst. Het spel van de man, Timothy Couchman, is vrijwel alleen maar irritant. Hij wringt zijn lichaam in allerlei bochten - geheel te verwachten in een dans/tekst-voorstelling - maar doet dit ook vrijwel constant met zijn teksten. Het geheel doet weer mee aan de geforceerde tekenen van Pijn en Lijden. Zijn tekstbehandeling is op den duur alleen maar aanstellerig. Gaat ongelofelijk snel vervelen.
Er zit opvallend weinig dans in. Dat wil zeggen, de kleine bewegingen vallen weg door de tegelijkertijd gesproken tekst. Het lastige van tekst gebruiken in een dansvoorstelling is dat het de abstractie omver trekt - men kan dansers zien als lichamen die veranderingen in vorm en ritmiek aanbrengen. Zodra de tekst van deze voorstelling erbij komt, ontstaan algauw gewoon mensen, waardoor de bewegingen aan zeggingskracht verliezen. Er onstaat algauw het beeld van ‘een man die gek doet’. Maar er zitten ook prachtige dansstukken in de voorstelling. Er is geen interessante symbiose van beweging en gesproken tekst ontstaan. De disciplines blijven apart.
De muziek van Dirk Haubrich is tamelijk saai en riekt naar het cliché van “Moderne Kunst”. De gehele voorstelling riekt sowieso naar vervelende “Moderne Kunst” - erger nog, doorwrocht psychodrama.