Ja! Dit is zo’n juweeltje dat je maar af toe tegenkomt! Het licht van de neonbuizen op de vloer, de zachte pasteltinten, de houten kast met de spiegels. Frank Focketyn als de man met de wat verontschuldigende, maar toch ook een zich rechtvaardigende houding, die terugkijkt op zijn liefde voor het prille meisje, ooit de passie van zijn leven. Ingetogen spelend. Aangeslagen en ineengedoken zittend op een stoel, bij elke scènewisseling op een andere: ‘Na jou was mijn leven eigenlijk afgelopen, was ik dood.’
En vooral Els Dottermans, als dan weer het dertienjarige meisje, dan weer de vrouw voor wie het allemaal voorbij is, die met weemoed terugblikt op wat ook de passie van haar leven was: ‘Je hebt me alles gegeven. Je hebt me alles ontnomen.’ Ongelooflijk goed acterend. Meestal aan of op een vierkante tafel, soms voor de spiegel. In prachtige, ontroerende gracieuze houdingen. Of juist heel subtiel en gestileerd erotisch bewegend.
Bernard Dewulf (ook de schrijver van het prijswinnende Kleine dagen) schreef op verzoek van regisseur Julie Van den Berghe de tekst. Die tekst, over melancholie en eenzaamheid, maar ook over genegenheid, is op zich al een meesterwerk. Poëtisch, maar ook expliciet en suggestief.
Wat Van den Berghe en haar scenograaf André Joosten er vervolgens op het toneel van laten zien, versterkt niet alleen die poëzie en die suggestie, het voegt er ook adembenemende beeldende schoonheid aan toe. En dan het acteren van Els Dottermans! De manier waarop ze beweegt, hoe ze met minieme veranderingen schakelt van meisje naar vrouw en omgekeerd. Zelden heeft het spel van een actrice, zelden heeft een voorstelling, me zo geraakt.
Dit is een fenomenaal goede voorstelling!