minirecensies

Diplodocus deks

Wanneer het Publiekstheater een echte publieksvoorstelling maakt, dan is dat wel eens oppassen geblazen. Vorig jaar nog, bij de Vlaamse klassieker bij uitstek ‘het gezin van Pamel’ bleek dat te eindigen in een flauwe voorstelling… Regisseur Domien Van Der Meiren ontwijkt die val, door meteen te kiezen voor een - naar theaternormen - vreemde formule. Het stuk begint bij het einde. Al van bij het begin geraak je gefascineerd door deze werkwijze.
Tom Lanoye - momenteel misschien wel dé populairste schrijver in Vlaanderen - liet zich in deze voorstelling opnieuw opvallen als een ooggetuige van typisch Vlaamse situaties. Wellicht voor Nederlanders niet altijd even volgbaar. Hoewel de aanwezige Nederlanders en zelfs een paar Kosovaarse Vlamingen zich aardig amuseerden. Wellicht een beetje omdat zélfs zij een aantal Vlaamse clichés herkenden. Persoonlijk heb ik zelfs meer genoten van deze rake observaties, dan van het verhaal zelf… Ook fascinerend is vaak het randje van het politiek correcte denken dat hier tentoon wordt gesteld. Allochtonen worden hier net zoveel te kakken gezet als brave en minder brave Vlamingen. Dat zorgt voor monkelgelach bij sommigen, bij anderen bij verveeld lachen ‘mag ik hier wel mee lachen’.
Met de keurige schare acteurs die Van Der Meiren kon bijeen harken, kan er weinig mislopen. Je geniet mateloos van de rake typering, het vaak dolkomische acteren. Misschien is het niet dé perfecte voorstelling geworden, door de tekst zelf. Daarin had wellicht meer geschrapt mogen worden. Af en toe merk je wel dat deze tekst geschreven is voor een theaterstuk. Precies daarom resulteert het niet altijd in grote literatuur… Maar dat is wellicht met deze publieksvoorstelling niet echt de bedoeling.
Twee geweien voor de perfecte acteerprestaties, ééntje voor de typering van het Vlaamse verenigingsleven, twee voor de regie (het stuk omgekeerd spelen, maakt het zeker en vast boeiend)en één klein tomaatje voor het gebrek aan durf van Lanoye om te schrappen in bepaalde stukken tekst (de uitleggerige monoloog had al bij al wat korter gemogen)

Koenie gezien 06/05/2004

Deze nieuwe voorstelling van stadsdichter Tom Lanoye is voor de meeste ‘Nederlanders’ misschien te vlaams. Qua taal zeker maar misschien ook van inhoud alhoewel dit verhaal ook in oost-Groningen had kunnen spelen en geregisseerd door een ‘Van Warmerdam’ zeker een heerlijke avond theater zou opleveren. Deze voorstelling wordt gespeeld door een 8-tal bekende Vlamingen met een zeer varierende speelstijl maar geen van allen gespeend van talent. Ronduit virtuoos wordt er met name door Sien Eggers gespeeld en alle anderen op 1 na zijn meer dan geloofwaardig. Geen makkelijke opgave in een soap die van achteren naar voren wordt gespeeld.
Uri Rapaport (ons bekend van Dirk Tanghe en Paula Bangels)tekend deze keer voor de volledige scenografie en dat is zeer goed te zien. Deze keer geen overdaad van kleur, maar prachtig Vlaams landschap samengevat in een waar kunstwerk, enerzijds wordt er door de lijst heengebroken en op een steiger gespeeld, anderzijds wordt het toneel klassiek gebruikt met coulissen. Het openingsbeeld (of slotbeeld) is van een zelden eerder geziene schoonheid
Een tomaat voor de schrijver die zich niet heeft kunnen beheersen. De voorstelling is een half uur te lang. Blijkbaar had hij teveel te vertellen en was zelfs de regisseur niet moedig genoeg om hem te stoppen of in te binden.

BC gezien 15/05/2004