minirecensies

Der Rosenkavalier

Nou, een echte Strauss. De generale weliswaar, maar het is een boeiende ervaring. Een gewei voor de zangeres die de Marshallin deed. Wat een gratie, kwaliteit, schoonheid. Tweede gewei voor Srauss, muziek van een ‘Vier Letzte Lieder’-achtige pracht én voor het orkest was fabuleus speelde. Derde gewei voor de ingetogen vormgeving en het spel. Ook drakerig en over the top, maar dan als keuze. Smaakvol en elegant gedaan. De tomaat voor alle andere dingen: kan er geen 1,5 uur uit? Zijn er niet te veel cliché’s? Ach, hoewel ik soms in slaap sukkelde (te lang en iets teveel wijn vooraf) toch heel mooie. Zéker nu ik de CD thuis luister. Beeld- en beeldschone muziek hoor. Doei

RV gezien 29/01/2004

Oh jee, weer eens naar een première in Het Muziektheater. Eerst maar even een publieksrecensie dan. Zat ik de vorige keer in de buurt van een voor 80€ winden latende procuratiehouder, deze keer rook er iemand sterk naar slecht gedroogd wasgoed. Voor de rest een uitgelezen verzameling genetisch materiaal met hier en daar een ex-minister, een theaterbobo en allerhande wannabees.Wel geteld twee gekleurde medemensen en een contigent besnorde gezonnebankte DarkRoom-bezoekers die hiervoor door konden gaan. De survival van de meest aangepasten dus, die happy few.
De Voorstelling: Onder mijn top tien van opera-voorstellingen zitten er zeker vijf waar de heren Guzzman en Decker tekenden voor respectievelijk de vormgeving en de regie. Vol verwachting klopte dus ook dit keer het hart, hoewel ik niet erg van Strauss houd. De vormgeving vond ik weer prachtig. Ironie Fondante.Decker werd ziek en ex-zangeres Fassbaender moest de laatste twee delen afmaken. Ik las dat Roland de Beer die delen met name stoorden, als amateurtoneel, maar dat zit er vanaf het koddige begin al wel in. Ik vond het niet erg, ik kan die opera-verhaaltjes meestal toch al niet seriues nemen. Raar stuk muziek. Je waant je af en toe bij Schönberg, om dan ergens te verzinken in een te lang uitgesponnen hoempapa-wals en daar pas bij het (prachtige) slot weer uit te komen. Wat kunnen die dames zingen. En die bas-bariton, Top. Edo de Waart had bij het applaus meer gelegenheid moet krijgen voor een waardig afscheid. Mij krijg je niet meer naar een première ik zit liever tussen het klootjesvolk op een generale.

LvdS gezien 31/01/2004

Dit had de productie van Susan Chilcott moeten worden die haar debuut als die Marschallin zou hebben gemaakt ware het niet dat zij vorig jaar op jonge leeftijd overleed. Het is een mooi gebaar van DNO om deze productie aan haar – onvergetelijk in het Muziektheater als Kát’a en Blanche - op te dragen.
Het werd uiteindelijk ook niet de productie van Willy Decker die zich vanwege gezondheidsredenen terugtrok en de regie overdroeg aan één van de grootste vertolkster van Octavian, Brigitte Fassbaender. Het zal dan ook geen toeval zijn dat juist Octavian het wervelende middelpunt van deze productie is. De vertolking van Michelle Breedt is het hoogtepunt van dit seizoen bij DNO tot nu toe. In alle aspecten (de onstuimigheid in de eerste akte, de charme in de tweede akte, het komische als Marindl en de vertwijfeling aan het slot) doet zij recht aan dit fascinerende androgyne karakter, zeker ook vocaal. Martina Serafin overtuigt in haar spel en schoonheid – naar haar kijkend is het volstrekt geloofwaardig dat de zeventienjarige Octavian haar minnaar is – wat haar vocale prestatie compenseert. De Sophie van Katerine Mueller is betoverend charmant maar ook bij haar is spel en voorkomen beter dan haar vocale prestatie. Günther von Kannen zet een goede Baron Ochs neer alhoewel het in deze productie had gepast Ochs jonger neer te zetten. Olaf Bär is vocaal gezien te nobel om Faninal als een echte parvenu neer te zetten maar hij zingt prachtig. Een gewei voor de regie, een gewei voor Breedt en een gewei voor de overige bezetting. Verder een gewei verder voor de oogverblindende kostuums en decor van Gussmann en Mendoza. De tomaat is voor de Waard die met deze productie afscheid neemt als chef-dirigent van DNO. De Weense touch ontbreekt op cruciale momenten– de grote wals van Baron von Ochs aan het slot van de tweede akte zwiert als een klompendans - en mist verfijning en warmte (terzet derde akte).

jyb gezien 31/01/2004