Om te beginnen wil ik graag mijn waardering en bewondering uitspreken voor Ilse de Heus. Zij is de enige vrouw in het stuk dat verder nog twee mannen telt. Werkelijk alles doet ze er aan om het stuk te redden van de ondergang maar het blijkt allemaal tevergeefs.
Natuurlijk is dit een afstudeervoorstelling van drie jonge acteurs en natuurlijk moet er op het ITS ruimte zijn voor mindere voorstellingen maar ‘De schoft op de trap’ is dramatisch.
De keuze voor het in 1964 geschreven stuk is een miskleun. De schrijver, Joe Orton, wordt zeker geen tweede Shakespeare want zijn schrijfsel in al na 40 jaar gedateerd. De keuze van de regie is zo mogelijk nog erger. Albert Lubbers heeft er, zo lijkt het althans, alles aan gedaan om zijn studenten met hoongelach van het vijandelijke insect (vrij naar P. Bokma) de wijde wrede wereld in te sturen.
Tot slot zijn de twee acteurs, waarvan ik om privacy redenen de namen niet zal noemen, beiden geen lichten in de theaterduisternis. De ijdelheid en de pathetiek van beide acteurs is het enige dat tijdens de voorstelling schittert.