Inderdaad een niet bepaald wereldschokkend plot, wel een vlotte, moderne vertaling, een verrassend decor en buitengewone acteerprestaties. Vooral Stefan de Walle is goed gecast als zowel slangemens als doorzaagbaar weesmeisje. Aantrekkelijke en toegankelijke voorstelling die je met een goed gevoel naar huis stuurt. En Guido de Moor zag dat het goed was.
Dat je met zo´n ontzettend oubollig stuk toch nog een leuke avond kunt hebben…. De tomaten zijn voor het stuk en voor degene die bedacht heeft om dit te gaan spelen. Een gewei voor Gijs Scholten van Asschat want hij is geweldig, hij wekt de indruk het ontzettend naar zijn zin te hebben op het toneel, hij speelt virtuoos. En de andere geweien zijn voor het decor, het licht en de kostuums want alles ziet er prachtig uit. Jammer van dat suffe verhaal.
Stompzinnig, gevoelsarm, volstrekt oninteressant. Een opgefokte, staccato, Louis de Funes-achtige toon klinkt van begin tot eind. Een echtpaar steggelt over wat? Doet er niet toe. In ieder geval is hij de rationele beslisser en zij de afhankelijke partij die hem uiteindelijk met gelijke munt betaalt. Wanneer haar vroegere geliefde na jaren ineens opduikt, zijn de poppen aan het dansen. De man: hij kan in het tuinhuisje logeren. De vrouw: maar dat is een bouwval. De man: hij komt net uit Indie, daar is hij toch niets gewend. Dit is vermaak voor de bezoekers van een VVD-partijcongres. Dat de acteurs technisch uitstekend spelen maakt dat alleen maar duidelijker. Waarom deze oubollige, gedateerde ongein?
In een virtuoze komedie van Feydeau hebben de vertalers het voor elkaar gekregen om het vileine frans over te brengen naar het Nederlands. Hoewel vandaag afgekraakt in de Volkskrant, absoluut toptheater. Stefan de Walle schittert, net als Gijs Scholten van Aschat en Ariane Schluter. Komedie zoals komedie is bedoeld, met gedroomde bijrol voor Jeroen Spitzenberger.
Dat kluchten weer hip zijn is ook doorgedrongen tot het nog altijd wat statige Nationale Toneel. De geplaagde Frans Strijards maakt daar zijn come-back met een originele, sprankelende regie van De methode Ribadier van Georges Feydeau. Naast kanonnen als Gijs Scholten van Aschat en Ariane Schluter valt, net als in Ivanov, het enorm komische talent van Stefan de Walle op. Als er iemand in Nederland is die aanspraak kan maken op de Nederlandse John Cleese-award, dan is hij het. Zijn dictie, maar vooral zijn mimiek is hilarisch en roept onherroepelijk de hoogtijdagen van de Britse komiek op. Het decor is vindingrijk, compleet met klapdeuren en kasten zoals het hoort, maar dan leuker. Vorm overstijgt in deze voorstelling dan ook verre de inhoud. Dat is maar goed ook.
Het is de regisseur Frans Strijards gelukt om het meer dan honderd jaar oude stuk ‘De methode..’ van de franse schrijver Feydeau in het heden te trekken.
De speelstijl is vlot, de tekst humoristisch en de styling van kleding kloppend. Het decor is fenomenaal, met zijn hoge wanden en talloze laatjes en kasten met van alles en nog wat erin.
De vaart blijft erin, door zowel de snelheid van verwikkelingen als de beweeglijkheid van de acteurs. Vooral Stefan de Walle steekt er boven uit; zijn idiote bewegingen zijn hilarisch, soepel en toch beheerst. Ondanks de vaart zij het publiek bijna nooit kwijt.
Behalve als de butler spreekt. Wat is dat voor accent?