Drie monologen van drie verschillende jongens over dezelfde donderdagavond: drie keer veertig minuten naar één karakter kijken. Ik wist het niet zo: eerlijk gezegd had ik mijn twijfels voordat ik het stuk zag. Toch kwam ik blij verrast de zaal uit. De twee uur waren om gevlogen! Het bleef van het begin tot het einde spannend. De tekst was zeer sterk. Schrijver Gary Owen heeft drie monologen afgeleverd die boeien (één gewei). Dit mede dankzij zijn rauwe en realistische taalgebruik. Heel knap om zulke extreme en toch geloofwaardige personages te creëren. Ook bleef de spanning goed gewaarborgd doordat slechts stukje bij beetje onthuld werd wat de relatie tussen de drie verschillende personages nu eigenlijk is. Máar een goede tekst alleen maakt natuurlijk nog geen goede voorstelling. Zonder de acteerprestaties van Servé Hermans, Jibbe Willems en Vincent Rietveld zou het hele stuk in het water zijn gevallen (één gewei voor iedere speler). Alle lof voor deze jongens die alle drie een zeer sterke voorstelling speelden. Ze slaagden er prima in het relativerende humoristische aspect van de tekst tot haar recht te laten komen zonder afbreuk te doen aan het schrijnende kille gevoel dat de, in de kern toch dieptrieste, verhalen van de jongens opriepen. Al met al een toppertje van een voorstelling die voor mij toch vooral ging over het eeuwige (vergeefse) zoeken naar liefde en zingeving, naar dat ene moment van ‘gelukkig zijn ondanks jezelf’, naar dat ene moment van ontsnapping.