De voorkeur voor Solness met een kop thee?
Om maar eens te beginnen. Oi, oi, oi, zo weinig toeschouwers heb ik al lange tijd niet gezien in de schouwburg. De Voortzetting wist met de “moderne klassieker” Bouwmeester Solness naar de gelijknamige tekst van Henrik Ibsen enkel genoeg toeschouwers te trekken om acht rijen te vullen.
Nadat Frans Strijards in de periode 2009-2011 vier zelf geschreven stukken op de planken bracht, regisseert hij nu het verhaal van de oudere bouwmeester in een gangbaar huiselijk decor met slechts de uiterst noodzakelijke meubels. Halvard Solness is een man op leeftijd, bang voor de kracht van de jeugd en zijn eigen vergankelijkheid. Wanneer hij overvallen wordt door het bezoek van Hilde Wangel, een bekende uit Solness’ verleden, raakt de machine van alledag van slag. Hilde vertelt hartstochtelijk dat ze jarenlang gewacht heeft tot Solness haar zou komen wegslepen uit haar ouderlijk huis. De verleiding van Hilde’s jeugd kan Solness niet weerstaan en na een merkwaardige romance leidt deze jonge vrouw de bouwmeester naar de top van zijn pas gebouwde toren en daarmee zijn dood.
In de opmaat van het stuk begeef ik me even in het dorpscafé in het dorp waar ik opgroeide. Vroeger zag ik er jaarlijks blijspelen, van de plaatselijke toneelvereniging, die niet onderdeden voor wat ik hier aanschouw. Het spel is oppervlakkig, waarschijnlijk bewust, maar voor mij onaangenaam cosmetisch. Wanneer gekozen zou zijn om de acteurs sterk gedistantieerd te laten spelen, kan ik hier niets tegen inbrengen, maar er lijkt geen strakke binding tussen de acteerstijlen van de verschillende acteurs. Hoofdrolspeler Helmert Woudenberg kan mij in het geheel niet deren. Het kijken naar de jongere garde waaronder Jelle de Jong en Laura Mentink biedt meer gerief. Vooral Laura Mentink heeft een luchtige en fysieke manier van spelen die het verhaal van Solness een lichtheid meegeeft dat iets interessants had kunnen bieden wanneer het verder was doorgevoerd in het geheel van de voorstelling.
Over het algemeen is ‘Bouwmeester Solness’ van De Voortzetting nogal duf en biedt het weinig meer dan wanneer Ibsen’s tekst thuis op de bank lees onder het genot van een kop thee. Een mooie mogelijkheid voor beklemmend spel doet zich nog voor wanneer de achterwand bij de aktewisselingen steeds verder naar voren schuift, dit wordt echter niet ingelost door de acteurs. Ach, als het is afgelopen verlaat ik de schouwburg niet kwaad, noch verdrietig. Leegte vervult me, naast het verlangen naar een warme kop thee.
Mooie voorstelling. De truc om met het derde bedrijf te beginnen werkt goed, de opbouw van de karakters en hun ontwikkeling wordt hierdoor goed duidelijk gemaakt. Mooi toneelbeeld, ingetogen, net als de manier waarop het hele stuk gespeeld wordt. Tomaat voor de “muziek”. Alsof iemand willekeurig iets uit de kast getrokken heeft. Onnodig.
Nee, revolutionair toneel is niet. En vreselijk relevant lijken me de worstelingen van de bouwmeester anno 2004 evenmin. Maar dat werd, wat mij betreft, ruimschoots gecompenseerd. Want de regie is stevig en doeltreffend met stoffer en blik in de weer geweest. Met als voornaamste resultaat een fraai ogend toneelbeeld met daarin de brutale ongeremde muze Hilde (Carola Arons), de met deftige ironie lijdende mevr. Solness (Joke Tjalsma) en, vanzelfsprekend, de over lijken gaande én tobbende charmeur, Bouwmeester Solness (Bert Luppes).
Slecht stuk. Ouderwetse regie, hopeloos uit de tijd. Het stuk bestaat niet uit een stroomende lijn niet kwa spel en niet kwa dramaturgie. Acteurs spelen momenten en niet een personage, de schuld ligt duidelijk bij hoe ze zijn geregiseerd. Buitegewoon knullige beamerprojectie, slecht toegepaste house muziek. Er wordt gepretendeerd van deze tijd te zijn en daarom valt het juist zo op dat ze niets van deze tijd begrepen heeft. Zelfs een geweldig acteur als Bert Luppes blijft niet overeind in deze manier van spelen, en weet ons slechts met momenten mee te sleuren. Godzijdank werd het stuk in omgekeerde volgorde gespeeld anders was er echt niet door heen te komen. Het gewei is voor het prachtige nieuwe onderkomen van het OT en de vormgeving in het laatste deel. Oh laatste ergernis: de lier aan het slot waarmee een actrice geheel nodeloos wordt opgetild.
Mooie voorstelling. Het stuk van Ibsen wordt in omgekeerde volgorde gespeeld, het derde bedrijf als eerste. Dat is grappig, want de nadruk komt zo minder te liggen op de bouwmeester, maar op Hilde, het jonge ding dat zijn hoofd op hol brengt. De regie is af en toe weldadig onmodieus: de bedrijven worden door een acteur aangekondigd; af en toe stapt een acteur uit zijn of haar rol om op heftige muziek uiting te geven aan gevoelens die de tekst hen ontzegd. Carola Arons speelt Hilde mooi afstandelijk en ook Bert Luppes speelt erg ingehouden. Klein tomaatje, omdat het toch wat braaf is. Overigens is het nieuwe theater van het OT werkelijk prachtig; een houten huis in een glas-en-betonnen hal, erg mooi.