Als ik op straat loop, werp ik soms even een snelle blik naar binnen om te zien naar welke tv-programma’s mensen kijken. Het is Oerol, zomer dus, eind van de middag. Toch moet ik ogenblikkelijk aan eind december denken. Want ik zie tot mijn verbazing dat in alle woonkamers de tv op dezelfde zender staat. Iedereen kijkt naar Laura van Dolron op Omrop Fryslân, naar een fragment uit haar voorstelling Laura en Lars. Dat riep, ik weet niet waarom, een associatie bij me op aan oudejaarsconferences.
Drieënhalf jaar later is het zover. Van Dolron’s eerste echte oudejaarsconference. Nou ja, echte oudejaarsconference, ze heeft een ‘best of ’ samengesteld uit eerdere voorstellingen. Maar dat heeft ze heel knap gedaan want het levert een sterk ‘nieuw’ verhaal op. Met een aantal duidelijke lijnen waardoor haar filosofische zoektocht naar zingeving goed zichtbaar wordt. Van nog behoorlijk cynisch bijvoorbeeld in ‘Maggie’ (uit Walden Revisited), waarin spirituele workshops het moeten ontgelden, tot een mild pleidooi voor knuffelen en elkaars hand vasthouden in haar recente voorstellingen. En waarbij (gelukkig) de actualiteit nauwelijks een rol speelt.
Van Dolron zoekt in haar voorstellingen het grensgebied op tussen toneel en cabaret. Tot nu toe lukt het haar om daarbij trouw te blijven aan haar eigen stijl, om in dat tussengebied te blijven en niet te bezwijken voor de verleidingen aan de andere kant van de grens. Natuurlijk valt er bij deze oudejaarsconference genoeg te lachen. Maar dan lachen we als publiek om onszelf, om ons eigen geworstel met het leven. En niet om ‘de ander’, om de politicus waar we het niet mee eens zijn. Het woord oudejaarsconference doet denken aan cabaretiers. Maar de oudejaarsconference van Laura van Dolron is een toneelmonoloog. Een hele goede toneelmonoloog.