De taal doet hem duidelijk graag een plezier. Dat is het privilege van een groot talent. De teksten van Maarten van Roozendaal zijn bijzonder, bijzonder rijk, bijzonder veroverend en bijzonder mooi (okay, die ene van Rawie ook). Hij is orgineel. Bovendien heeft hij er een gelukkig handje van versleten nederlandse zinnen te reconstrueren en er toch iets veelzeggend van te maken.
Dat wordt ook nog gecombineerd met een Brelliaanse intensiteit van zingen. Of dat nu kwaad, cynisch, ironisch, mild of gevoelig is. En het gáát telkens ergens over. Dat laat hij meestal op volle kracht, dus luidkeels horen en zien. De pakweg veertien glazen water (?) die hij tijdens de voorstelling opdrinkt, zijn dan ook noodzaak, neem ik aan.
Kortom: met als extra kwaliteit de bas van Egon Kracht, de gitaar van Marcel Groot en de stevige muziek, is Barmhart een voorstelling die steengoed is.