Een voorstelling die heel klein en traag begint, langzaam, voorzichtig opbouwt, tot er een compleet gekkenhuis onstaat. Ga maar na: je ligt in bed en plots verschijnt er een klein lichtje dat door je slaapkamerwand schijnt. Nog niet zo verontrustend, maar als er daarna wildvreemde mannen en vrouwen bezit van jouw ruimte nemen, elkaar jouw bezittingen trachten te ontfutselen, het geweld langzaam maar zeker toeneemt, er allemaal nieuw meubilair naar binnen wordt gezeuld, dan begint je wereld er toch wel heel vreemd uit te zien. Dit alles wordt begeleid door oosteuropese en vlaamse stemgeluiden en bizarre muziek, waarvan een uitzinnige mars wel een hoogtepunt vormt.
De uitbarstingen van energie zijn groots, de gekte neemt reusachtige vormen aan. Anderhalf uur lang sleuren de spelers van Bambie je door hun exentrieke, explosieve wereld. En of er nu een blikje frisdrank ritueel geslacht wordt, of de hele vloer davert van één, alsmaar doordenderend ritme, je gaat mee.
Dat op een gegeven moment de verhaallijn een beetje verdween, neem ik maar op de koop toe.