Door het karikaturale spel van de hoofdrolspeelsters, werd het stuk een irritante voorstelling. De karakters van de oude dames deden afbreuk aan het spel van de anderen. Het decor en de belichting maakten gelukkig een en ander goed.
Het Thriller Theater is er wederom in geslaagd om een rake, en ditmaal komische, thriller op de planken te brengen: Arsenicum en oude kant. Door het zeer levendige en geestige spel van de acteurs raakt de toeschouwer in een ontspannen toestand en wordt op die manier listig meegevoerd in een sinistere wereld waarin doorlopend de grenzen van afwijkend gedrag en krankzinnigheid met een lach worden verkend.
Er zijn bizarre personages zoals dokter Einstein (heerlijk gebracht door Marnix Kappers) en Brigadier O’Hara (Wouter ten Pas) waarvan het gekke afstraalt, maar ook ogenschijnlijk normale karakters - zoals de twee hoofdpersonen van het stuk: de oudere dames Abby en Martha Brewster - die door hun vanzelfsprekendheid echter het gevaarlijkst in hun gekte zijn.
De actrices Hetty Heyting en Truus te Selle weten op een betoverende manier deze rollen tot leven te brengen. Precies in balans en met een zuivere natuurlijkheid worden de twee oudjes opgevoerd. Ze geloven oprecht met hun duistere vergiftigingspraktijken goede daden te verrichten om zodoende eenzame vrijgezellen uit hun lijden te verlossen. Tegelijk wordt dat idee vakkundig uitgedikt en aangezet, zodat er een grote humoristische ontlading ontstaat. Iets waarmee met name Hetty Heyting, een specialist in het uitbeelden van types, het stuk in deze uitvoering tot hoogtepunten brengt. Haar Abby heeft geen enkel oma Knots-element geabsorbeerd, hetgeen misschien voor de hand had gelegen, en daaruit blijkt de grote acteerkracht van deze actrice. Ze weet steeds weer een karakter een sterke eigenheid mee te geven waardoor haar rollen altijd fris zijn en nieuwsgierig maken.
Met onderlinge toespelingen wekken de oude dames de lach op, als ze weer in het geweer dreigen te komen met potjes en pannetjes soep en vlierbessenwijn. Wie tevens geniaal komisch speelt is Marnix Kappers, ook al vele jaren door de wol geverfd in dit genre. Net als bij de familie Knots speelt hij een kinds personage - volkomen onberekenbaar - op een uiterst serieuze wijze. Naast dokter Einstein, een plastisch chirurg die de slechte broer Jonathan in alles volgt, krijgt Kappers ook nog de ruimte in twee andere rollen: als dominee en adjudant.
Arsenicum en oude kant is een zalig stuk van toneelschrijver Joseph Kesselring, en al bij haar doop in 1941 werd het hilarisch gevonden en liefdevol omarmd door een naar ontspanning snakkend Amerikaans publiek dat haar natie betrokken zag raken bij een oorlog op het oude continent. Nog regelmatig wordt het overal ter wereld op het repertoire gezet, hetgeen het succes van dit blijspel onderstreept. Een filmversie uit 1944 met Cary Grant werd een klassieker.
De plot is zo veelomvattend dat het geen doen is deze samen te vatten. Maar ondanks de vele voorvallen op het toneel oogt alles als een sterk samenhangend geheel en is de rode draad gemakkelijk te volgen en zien we een aantal wendingen van verre aankomen. Dit veroorzaakt voorpret bij de kijker en maakt onder andere die relaxte sfeer in de zaal.
Het Thriller Theater heeft wat mij betreft nu driemaal in de roos geschoten, want alle drie hun producties - sinds de oprichting in 2004 - onderscheidden zich in kwaliteit; zowel in een prachtige speluitvoering alsook schitterende decor- en lichtontwerpen. Niet voor niets worden Jan Klatter (decor), Maarten Verheggen (licht) en Regina Rorije (kostuums) in het voorwoord door producenten Lex Passchier en Rieneke van Nunen geroemd als het visitekaartje van hun theaterbedrijf.
Maar even zozeer mag het succes toegekend worden aan de perfecte en fijnzinnige neus waarmee Het Thriller Theater haar stukken uitzoekt. Driemaal waren het zeer karakteristieke en geslaagde spelen die allen verschillend waren in opzet. Ditmaal stond de humor centraal, de vorige keer het psychologische thrillerelement en de eerste maal het ouderwetse detectivespel.
Deze steeds verschuivende insteek mag, gezien elke geslaagde aanpak, als gedurfd worden beschouwd. Het succes wordt opzij gelegd en er wordt weer iets nieuws geprobeerd. Ook telkens met andere acteurs. Een bijzonder fenomeen daarom, dat Thriller Theater. We mogen hopen dat er nog vele van deze kwaliteitsproducties de komende jaren gemaakt gaan worden.
Mikel Adriaansen
Oké, oké. Het is geen hypermoderne manier van theatermaken die het Thrillertheater kiest. Het is ouderwetsch Vermaak. Maar wel Vermaak met een grote V! Wat wil je ook met zo’n cast? Mijn jeugdhelden Hetty Heyting en Marnix Kappers, de lekker vet spelende Laus Steenbeke, Hans Breetveld (met overslaande stem om hem extra gestoord te doen overkomen) en Han Oldigs als de recencent en tantezegger van Hetty Heyting en Truus te Selle. Wouter ten Pas en Alyt Damstra completeren de cast.
Een komische thriller is niet de juiste term. Een ‘kluchtige thriller’ is beter. Ik las in een andere recensie: ze geven hem ouderwets van Jetje en dat slaat de spijker op z’n kop. Alles is dik aangezet, maar het wordt nooit flauw of vervelend. Dat komt niet door het verhaal (beetje dun), maar door het acteerwerk. Perfecte snelheid, duidelijk spelplezier en goed gecast. De 2,5 uren (exclusief pauze, jawel) dat het stuk duurt vliegen voorbij.
Extra complimenten voor de schattige tantes Heyting en Te Selle. Massamoordenaars zijn ze, maar ze blijven sympathiek tot aan hun moord op het laatste eenzame, oude mannetje dat van de vlierbessenwijn mag nippen. Ik vind Heyting fenomenaal, maar dat vind ik al sinds ik tv kan kijken. Marnix Kappers verdient ook een gewei. Snelle rolwisselingen waarbij vooral zijn Dr. Einstein een prijs verdient voor ‘meest sympathieke Frankenstein ooit’.
Goed, toch nog een kritiekpuntje: Hans Breetveld vond ik wel erg eenzijdig geregisseerd in zijn rol van Enge Broer.
Terug naar de complimentenregen. Decor, kleding, muziek (wauw!) en rekwisieten waren dik en dik in orde.
Een stuk voor een gemeleerd publiek zoals afgelopen vrijdag in Almere aanwezig was. Mijn score: 5 geweien. Een cherry tomaatje voor Hans B., maar die ronden we maar af naar beneden.
Wat is een beter einde? Oud en eenzaam sterven, zonder familie en vrienden in je laatste uren om je heen, of die uurtjes doorbrengen met de twee gezellige eigenaressen van het hotel waarin je logeert, onder het genot van een glaasje vlierbessenwijn? Die vraag stellen zich de zusters Abby en Martha, en komen tot de conclusie dat de laatste mogelijkheid verre te prefereren is boven de eerste. Hun neef Teddy, die ze vanwege zijn labiliteit niet alleen kunnen laten wonen, hebben ze bij zich in huis genomen. Hij zorgt voor de graven in de kelder, waarna de zusters hun slachtoffer met een niet meer dan gepaste eredienst ter aarde bestellen.
Wanneer hun andere neef Mortimer Brewster, toneelcriticus tegen wil en dank, bij hen aanklopt, zijn ze zeer blij verrast, temeer daar hij hen zijn vriendin voorstelt, met wie hij aankondigt binnenkort te willen gaan trouwen. Wanneer allen zich te bed willen begeven, ontdekt Mortimer een lijk, verborgen in de vensterbank. Wanneer hij de dames dit meldt, vertellen ze hem doodgemoedereerd over hun macabere ”liefdewerk”. Wat Mortimer ook probeert, hij kan hen niet aan het verstand brengen dat wat ze doen ethisch verkeerd is.
Om zijn tantes te vrijwaren van schuld, wil hij Teddy laten opnemen in een gesticht met de moorden als argument, en op pad gaat voor een bewijs van opneming, valt zijn lang genegeerde broer Jonathan het huis binnen. Voor dat negeren is een hele goede reden: hij is een gezochte moordenaar. Samen met de plastisch chirurg Hermann Einstein is hij de halve wereld over gereisd met een lijk in de kofferbak (een slachtoffer van de praktijken van de dokter). Nu willen ze hun praktijk voortzetten in het huis van de tantes, en terloops Jonathan ook een mooier gezicht geven, wat tot nu toe steeds mislukt is.
Het stuk was een genot om naar te kijken, ondanks het soms verwarrende plotverloop. Er is een goede balans gevonden tussen thriller en komedie, al slaat dat laatste wel vaak door naar kolder en absurdisme, voor mij absoluut geen bezwaar. Het zijn vooral de tantes en de plastisch chirurg die de show stelen, omdat de acteurs volledig opgaan in hun personages, waarbij vooral Marnix Kappers (ik meen dat hij de chirurg speelt) helemaal losgaat, en met een zeer overtuigend, want accentloos Duits op de proppen komt. Daarnaast is hij het ook, die het meest zijn diversiteit kan laten zien, omdat hij maar liefst drie, totaal verschillende, rollen speelt (naast dokter Einstein zijn dat een dominee en een politie-inspecteur), die alle worden neergezet zonder een spoor van de acteur.
Wouter ten Pas als Mortimer Brewster speelt nogal geforceerd, hoewel hij ook enkele ingetogen moment heeft. Hetzelfde geldt voor Hans Breetveld in de rol van Jonathan, die hoewel nauwelijks gemaakt overkomend, toch het kunstje laat zien waarvan we weten dat hij het beheerst: veel geschreeuw en weidse gebaren – hij speelt een gewetenloze moordenaar, maar hij is het niet. Al moet wel gezegd worden, dat zijn ”handicap”, een hazenlip goed gebruikt is voor het stuk: hij heeft hem te danken aan een mislukte operatie van dokter Einstein.
Maar Alyt Damstra als de vriendin van Mortimer stelt ronduit teleur, en dat ligt niet alleen aan haar. Haar personage heeft simpelweg te weinig vlees, en krijgt bovendien veel te weinig te doen, om echt te kunnen boeien. Mortimer vraagt haar ten huwelijk (ze is dolblij), wijst haar af omdat hij Teddy opname moet regelen en zijn broer van zich af moet houden (ze is doodongelukkig) en stemt weer toe in een huwelijk als alles voorbij is (ze is weer één en al euforie). Ze is als slachtoffer van de omstandigheden een decorstuk, en is als zodanig totaal overbodig. Damstra probeert wel wat te doen met hetgeen ze heeft, maar krijgt er geen kans toe. Laus Steenbeke mag weer lekker maf doen als de prettig gestoorde Teddy, maar krijgt ook weinig anders te doen dan wat rondrennen, en (wanneer hij denkt dat hij een gepensioneerde generaal is) op zijn trompet blazen. Wat in dit verband ook vreemd is, is dat al zijn personificaties personen zijn, die pas in de toekomst een belangrijke rol gaan spelen. Het waarom hiervan wordt niet duidelijk.
Het decor verdient een speciale vermelding. Het zorgt, samen met de muziek, en zelfs zang (een eredienst voor de doden aan het begin en het eind) voor een intense, grimmige atmosfeer. Het exterieur (een kerkhof) ziet er zeer echt uit, al is het waarschijnlijk niet meer dan een projectie.
Tenslotte moet het nog gezegd, de voorstelling was en try-out, maar dat was niet te merken. Alles liep vloeiend. Hoogstens struikelde er eens iemand over de tong, maar dat gebeurt in het echte leven ook. Het gesprek ging dan gewoon weer verder.
Al met al toch één van de betere stukken die ik zag. Ondanks zwakheden beslist de moeite waard!