Een mislukte voorstelling. Het drama van Antigone wordt al in de eerste scene door regisseuse Victoria Meierik onderuit gehaald door Antigone en haar zus in rouw om hun broer vrolijk taart te laten eten.
Daarmee is de rest van het stuk feitelijk oninteressant geworden, omdat de latere scenes hun grond hebben verloren.
Verder doen de acteurs erg hun best, maar lijken weinig houvast te hebben. Het decor gaat naarmate de voorstelling vordert steeds meer irriteren, lijkt niets met het stuk van doen te hebben met zijn allegaar aan pickup’s lichtreclame, vloerkleden, microfoons, aan touwtjes hangende luidsprekers,
wat ook geldt voor de kostuums en de liedjes die de acteurs om beurten zingen. Dat laatste deed mij aan Heksenjacht van Huis ad Amstel denken, waar de muziek ook de voorstelling in de weg zat.
De scene tussen Kreon en zijn zoon is wel erg mooi gespeeld, maar een schaars lichtpuntje.
Rest de vraag waarom in navolging van Marcus Azzini met zijn Phaedra’s Love regisseurs kennelijk de behoefte hebben om hun voorstelling vol te gooien met inhoudelijke en visuele vondstjes. Is dat de huidige tijd misschien, waarin het steeds moeilijker zou zijn om keuzes te maken.
Het werkt iniedergeval niet.
Antigone werd verplaatst naar ong. jaren 50 en wel op een verfrissende manier. Dit kwam vooral door de jonge acteurs, die volgens mij net afgestudeerd waren aan de Toneelschool en duidelijk plezier erin hadden. De tekst was gedeeltelijk bewerkt op een mooie en begrijpelijke manier. De vormgeving was goed; als publiek zat je met stoelen om het speelvlak heen dat een huiskamer na een feestje voorstelde en zat je er lekker met je neus bovenop. Die ene tomaat is trouwens voor die stoelen, want die kraakten en bezorgden iedereen een houten kont.